In het bovenstaande zijn onvermeld gebleven de verliezen, die door het vuur van Roode luchtdoelmitrailleurs en wellicht ook het vuur van de luchtdoelartillerie der torpedojagers aan de bommenwerpers kunnen zijn toegebracht. Evenmin is gewag gemaakt van de beschieting uit zee, waaraan de stad A tijdens en na de landingspoging aldaar heeft bloot gestaan. En er is voorts niet gesproken over de gevaren, die de Roode schepen op en onder zee hebben bedreigd. Het was slechts de bedoeling een indruk te geven van de actie van de bommenwerpers. De verliezen, welke door Blauw werden geleden, zijn niet voor niets geweest. Het doel is bereiktde tegen A gerichte vijandelijke onderneming werd afgeslagen. Als over het gevechtsterrein een nieuwe dag aanbreekt, dringt Blauw binnen in B, waar blijkt, dat de resten van de gelande troepenmacht zich gedurende den nacht weer hebben ingescheept. Of op dag D plus 1 het transport schip nog door de Blauwe bommenwerpers kan worden achter haald, moge in het midden worden gelaten. Laat ons aannemen, dat Rood in het bij A geleden échec niet wenscht te berusten en hetzij om militaire-, hetzij om prestige overwegingen een nieuwe en thans beter uitgeruste onderneming in zee doet gaan, om zich alsnog van A meester te maken. Hieruit vloeit van zelf het tweede in den aanhef in uitzicht gestelde geval voort Na een periode, waarin zoowel door Blauwe als Roode marinestrijdkrachten in straat Z is geageerd, moet op een (nieuwen) dag D1 Blauw wederom voor overmachtige Roode zeestrijdkrachten het veld ruimen. In den namiddag van dien dag bereiken den g.m.c. te A berichten, dat een Rood convooi ter sterkte van 4 transportschepen van ruim 5000 ton, onder bescherming van een vliegkampschip, een kruiser en eenig kleiner materieel uit n-richting naar straat Z onderweg is. De gemelde positie van dit convooi is zoodanig, dat nog in den nanacht van D—1 op D, zij het vermoedelijk niet vóór 5.00, een landing bij A (of noord daarvan) kan worden ver richt. De verder in den avond van D1 binnenkomende be richten bevestigen steeds meer het aanvankelijke vermoeden, dat het gemelde convooi een onderneming tegen A in den zin heeft. Nog in den avond van D1 ontvangt de g.m.c. bericht, dat aan een andere vliegtuiggroep, Vl.G. II, buiten het gewest opgesteld, met ingang van dag D zal worden opgedragen het gemelde vliegkampschip te bestrijden. Vl.G. I wordt met in gang van dag D te 1.00 ter beschikking van den g.m.c. gesteld, die tevens wordt gemachtigd, behalve de Roode transport schepen desgewenscht ook de Roode oorlogsschepen te doen 115

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 31