e. Te 5.15 gaat de transportvloot tegenover de kuststrook B—D voor anker te 5.40 varen de eerste landingssloepen naar de kust af zij worden echter terstond aangevallen door de zich inmiddels in de lucht bevindende formatie van VLA. 2, die den eersten aanval nog tweemaal herhaalt. Van V1.G. II komt bericht, dat het Roode vliegkampschip nog niet werd ontdekt. g. M.i.v. 5.30 zijn er 3 patrouilles Roode jagers in de lucht boven het landingspunt, die aldaar uit n-richting zijn aangekomen en aanvallen verrichten op de bommenwerpers van Vl.G. I. h. Uit de kampongs B en D komen berichten van de kustwacht dat aldaar te 6.00 Roode infanterie ter sterkte van 500 man is geland (20 landingssloepen)1) Kan onder deze omstandigheden bevel nr. 1 worden gehand haafd Omstreeks 8.00 resp. 9.00 kunnen de bommenwerpers van VLA. 1 en V1.A. 2 ten tweeden male boven het landingspunt verschijnen. Wat zal de g.m.c. doen de bombardementsopdrachten 1 en 2 beide handhaven of één er van doen vervallen De doorslag op deze beslissing geeft het bericht sub h. Mag op dit bericht worden vertrouwd, dan zou daar uit blijken, dat Rood slechts de beschikking heeft over een betrekkelijk gering aantal landingssloepen. Nemen we aan, dat er zich aan boord van elk der transportschepen aan infanterie ongeveer 1500 man hebben bevonden, dan gaan er vele uren mee heen, voordat alle infan terie aan land is gezet. Op het oogenblik, dat de eerstvolgende aanval op de transportvloot kan worden gedaan (omstreeks 8.00), hebben de transportschepen nog ten volle hun waarde als doel voor een luchtaanval behouden en vormen zij belangrijker doelen dan de gelande troepen. Op grond hiervan besluit de g.m.c. bombardementsopdracht nr. 2 te doen vervallen en alle vliegtuigen in te zetten voor bombardement van de transportvloot. Om 8.00 volgt dan ander maal een aanval op de transportvloot van de drie patrouilles van V1.A. 1 en omstreeks 9.00 een aanval van de drie patrouilles van V1.A. 2. Zou omstreeks 11.00 V1.A. 2 ten derden male op dien dag willen opstijgen, dan zou nogmaals aan de hand van den zich alsdan voordoenden toestand onder het oog kunnen worden gezien, in hoeverre het wenschelijk is, bombardementsopdracht nr. 2 te doen vervangen door bombardementsopdracht nr. 1. We zullen de verdere gebeurtenissen op dag D niet op den voet volgen, doch volstaan met aan te nemen, dat ondanks de 1) Wat deze berichten bevatten omtrent uitwerking en geleden verliezen, blijve verder onvermeld. 120

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 36