er onder de menseden is geweest en nog is omtrent de vi aag' uit welk arsenaal de wapenen tegen de kwade menschen in het leven moeten worden betrokken. Deze geestelijke en zedelijke herbewapening wijst de strijd over het arsenaal principieel af. Als de wapenen slechts goed zijn om er mee te vechten in de gemeenschappelijke slagorde dan vraagt de geestelijke en zedelijke herbewapening niet naar het arsenaal. Het aanvaardt, dat er velerlei arsenaal is en alle arse nalen bruikbare wapenen kunnen leveren. Hoe iemand persoon lijk, of hoe een groep zich zijn wapenen wil verwerven, moet aan een ieder zelve overgelaten worden. Iedere opvatting, ieder geloof, ieder mensch, ieder volk zal dat op zijn eigen manier stellen en doorleven. Daarbij moet ieder zijn eigen inzichten volgen. Het behoort tot het wezen der geestelijke en zedelijke herbewapening, dat men de deugdelijkheid van eigen wapenen en arsenaal niet op elkaar maar in den strijd tegen den gemeenschappelijken vijand bewijst. De geestelijke en zedelijke herbewapening biedt nu eens een prachtige gelegenheid om de wapenen niet tegen elkaar maar naast elkaar te gebruiken. Zóó gesteld, behoeft het verschil in arsenaal het eenheidsfront der geestelijke en zedelijke herbewapening ook niet te verzwakken. Integendeel, juist de actie der geestelijke en zedelijke herbe wapening, die iedereen en gemeenschappelijk aan den geweldigen arbeid tot nationale verheffing zet, doet ons zien, dat er een taak is, die we alleen maar gemeenschappelijk kunnen volbrengen en die we ook, krachtens ons te zamen-leden-van-één-volk, leden van één samenleving, zijn, gemeenschappelijk moéten volbrengen en dat er geen enkel verschil zóó groot is, dat het zou kunnen wet tigen, dat we ons aan dezen gemeenschappelijken arbeid zouden mogen onttrekken. Het doet ons voorts, in den practischen samenarbeid, waardee ring en begrijpen voor elkander krijgen veel, dat te voren ons versplinterde, als bijkomstig en onwezenlijk zien en de ver binding vinden met onzen naaste door hem in zijn positieve waarden de hand te reiken. Het geeft de meest natuurlijke gelegenheid om met elkander open en eerlijk over eigen arsenaal te spreken, en onzen mede- mensch, die niet weet, waar hij deze wapenen zoeken moet, den weg te wijzen. Hiermede is verklaard, waarom de verschillende oproepen konden uitgaan van vertegenwoordigers van de meest uiteen- loopende levensrichtingendeze zich ook tot heel het volk als eenheid konden richten. En waarom ze ruim gesteld moesten zijn. Maar ook waarom ieder, sprekende voor zijn persoon of groep of natie juist ten behoeve van de eigen krachtige deelname aan het eenheidsfront moet verwijzen naar het éigen of gemeen- 131

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 47