WangChingWei, die in den loop van de maand December zijn
familiebal heimelijk naar Hanoi had gezonden, was toen zelf ook
reeds derwaarts op weg, en maakte van daaruit na een mislukte
poging om YünNan tot afval van de nationale regeering te bewe
gen bekend, dat naar zijne meening op de basis van de voorstel
len van prins Konoye het mogelijk was vredesonderhandelingen
te openen. Of deze hoop gegrond was, moge betwijfeld worden,
want zelfs WangChingWei vindt „of special importance....that
a withdrawal from China of the Japanese army in its totality must
be prompt and universal in all directions", terwijl de beoogde
garnizoenen zich moeten beperken tot „the vïncinity of Inner
Mongolia only". En aangezien het ondenkbaar is, dat de Japansche
militairen deze voorwaarde zouden willen en kunnen aanvaarden,
zouden zelfs met WangChingWei de vredesonderhandelingen
hebben moeten doodloopen. Nu WangChingWei echter in het
geheel geen steun vindt bij zijn volksgenooten, en zelfs prompt met
algemeene stemmen uit de partij werd gebannen en vervallen
werd verklaard van al zijn functies, zijn daarmede de vredes
pogingen van prins Konoye reeds in de geboorte gesmoord.
Op 4 Januari diende het kabinet Konoye zijn ontslag in, om
plaats te maken voor het kabinet Hironuma, waarvan verwacht
wordt, dat het nog krachtiger dan zijn voorganger zal streven naar
eene snelle beslissing van het conflict met China, geheel naar den
zin van de militaire partij met algeheele negatie van het steeds
ernstiger dreigende conflict met de groote Westersche mogend
heden.
Shanghai, den 7-den Januari 1939.
141
N.I.O.V.-ORGAAN.
Het Nov. nummer opent met een kort overzicht van „J.W." over het
wel en wee van -de K.M.A. gedurende haar 110-jarig bestaan.
„v.R." vervolgt zijn artikel over de positie van het oude Tsjecho-Slovakije
t.v.o. Rusland en Midden-Europa (tevens slot).
W.J. Lucardi behandelt onder den titel „Het verre Oosten m 1938 de
periode 1 Juli 30 Sept.
Kap. Ferrée vangt een artikel aan over „Grondstoffen een onderwerp dat
tegenwoordig de internationale belangstelling geniét.
J. J. M. van Dam, res. off. K.N.I.L. bespreekt een gedeelte van het bekende
tendentieuze werk van Anton Sehwagerl„Das Auslanddeutschtum im
Niederlandischen Kolonialbereich" en geeft aan hoe misleidend de inhoud
z.i. is.
Daarna volgen nog enkele verslagen over de wijze waarop de 110-jarige
herdenking van het bestaan van de K.M.A. in verschillende garnizoenen is
-gevierd, waarna het nummer besluit met de rubrieken Mededeelingen van
het hoofdbestuur, Van de af deelingen, Veranderingen en Uit pers en perio
diek, waartusschen nog een bespreking plaats vindt over de Mededeelingen
uit de Gaslaboratoria van het K.N.I.L. nr. I.
d.V.