Wij gaven dit feit weer in het ondervolgende schema
We zien dus
Veldheeren gepassionneerde typen.
Officieren cholerische typen.
Onderofficieren phlegmatische typen.
Soldaten sanguinische typen.
De bovengenoemde correlatie tusschen „militaire rang en
„type" is eertijds empirisch vastgesteld, zoodat we thans niet in
een droge opsomming van percentages behoeven te vervallen, maar
dit feitenmateriaal als basis voor ons Verder onderzoek kunnen
bezigen. Wat valt nu in de eerste plaats op
Dit fundamenteele feit, dat de veldheeren en de officieren in de
emotioneele zone moeten worden geprojecteerd, terwijl de onder
officieren en de soldaten juist niet-emotioneel zijn. Hierop zullen
we nog nader terugkomen.
Allereerst willen we echter het volgende ervaringsfeit vaststel
len Veldheeren worden geboren uit subalterne officieren onder
officieren uit soldaten. Nu weten we wel, dat deze stelling
aanvechtbaar is. Maar dit neemt niet weg, dat zij in haar alge
meenheid opgaat. Voor ons Kon. Ned.-Ind. Leger zoowel als voor
de Kon. Landmacht zou het misschien practischer zijn om met te
spreken van veldheeren maar van hoofdofficieren. Niettemin
willen wij liever aan de historische benaming „veldheer vasthou
den, waarbij wij stilzwijgend vooropstellen, dat elk hoofdofficier
„Iets-van-den-veldheer" in zich draagt, zooals later zal blijken.
Nu zien we, dat de verhouding in het actieve vlak aldus is
143
Emotioneel.
Primair
Sanguinisch.
1
Officie r
Veldheer.
Soldaat
Onder-officier
1
9
Gepassionneerd.
Secondair.
O Phlegmatisch.
niet-Emotioneel.