c. Sociale of altruïstische neigingen. Zooals de naam altruïstisch al aanduidt, kunnen we deze neigingen beschouwen als het tegendeel van de besproken egoïsti sche. Bij laatstgenoemde immers stond het „Ik" op den voorgrond, terwijl we bij de „sociale neigingen", het „Ik" als zoodanig, juist op den achtergrond zien treden. Het is veel meer gericht op de medemenschen. We kunnen hier in het algemeen spreken van menschliev endheid. De neiging het lot van anderen te verzachten, anderen te helpen, kan zich ook manifesteeren ten aanzien van groote groepen van menschen. Het motief bijv. van den verkoop van het „Emma- bloempje" is minder bedeelde tuberculose-patiënten te steunen. Sociale wetten zijn gericht op bepaalde groepen. In kleiner verband kan men de houding ten opzichte van onder geschikten nagaan en vragen„Worden deze alleen als middel beschouwd of tevens als doel De altruïst is in staat, ten koste van persoonlijk nadeel, een ander voordeel te bezorgen (te helpen) Bij humoristen vindt men geprononceerde sociale altruïstische neigingen. Deze kunstenaars zien wel de fouten in hun mede menschen, ergeren zich daar echter niet aan, maar brengen deze ter kennis van hun publiek, door middel van een lach, welke soms grenst aan den traan. De echte humorist is mensohlievend en nooit grof of sarcastisch. We zullen zien, hoe belangrijk dit laatste is, voor onze verdere beschouwingen. d. Abstracte of supra-sociale neigingen. Deze neigingen zijn gericht op de verwezenlijking van abstracte beginselen. Waar bij de vitale neigingen, de handeling zelf ook doel was, daar wordt hier de handeling zelf ondergeschikt gemaakt aan het abstracte motief, zooals we terugvinden in het gezegde „Het doel heiligt de middelen". Het wel en wee van anderen, eigen lichamelijke behoeften treden op den achtergrond, waar het consequent doorvoeren van een abstractie noodzakelijk wordt geacht. Wanneer bijv. „Waarheidsliefde" het individuum totaal beheerscht, is een „noodleugen" uitgesloten. Heymans noemt in dit verband Fichte, die op de vraag of iemand het levensgevaar, waarin zijn zieke vrouw verkeerde, mocht vergrooten door haar de volle waarheid mede te deelen, antwoordde „Wenn Ihre Frau an der Wahrheit stirbt, so lassen Sie sie sterben". Hier zien we zeer fraai geïllustreerd, hoe het wel en wee van een medemensch op den achtergrond komt, ten behoeve van het consequent doorgevoerde beginsel. Als verdere abstracties kunnen we noemen rechtvaardigheid, eerlijkheid, plichtsbesef, godsdienst, geheelonthouding enz. 148

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 64