De militaire vorming ligt in Nederlandsch-Indië
Hoe krijgt men uit dit ruwe materiaal goede soldaten Door
een juist uitgevoerde opvoeding van den soldaat, welke neerkomt,
voor ons Nederlanders, op een in secondaire functie brengen van
gezonde militaire begrippen, waardoor deze als het ware een
tweede natuur worden.
Een typologische selectie kan geschikte temperamentstypen voor
den militairen dienst leveren, maar geen „soldaten". De vorming
van het juiste militaire karakter kan geschieden door middel van
de gunstige temperamentseigenschap n.l. de activiteit.
Daarnaast komt het aan op goed ordenen van de secondaire
functie.
De voor het karakter ook gunstige emotionaliteit kan bij de
mindere militairen niet ter sprake komen, omdat deze tempera
mentseigenschap den physieken moed verlamt en bovendien een
bodem vormt voor allerlei persoonlijke conflicten in den dienst.
Kortom de militaire opvoeding komt neer op een onverzwakt
stabiliseeren van de activiteit en de vorming van een specifieke
militaire secondaire functie.
HOOFDSTUK V.
DE ONDEROFFICIER.
In het vorige hoofdstuk hebben we de psychologische evolutie
besproken, welke begint bij den sanguinischen avontuurlijken
jongeman en eindigt bij den soldaat, met een specifiek geconstel-
leerde militaire secondaire functie. We hebben voorts aangetoond,
hoe juist die secondaire functie de moederbodem is voor de tot
stand koming van de goede soldaten. En uit die goede soldaten
moet dan voortkomen de onderofficier.
Een nieuw sterk emotioneel getint moment komt nu ten aanzien
van de militaire verhoudingen ter sprake promotie.
In nagenoeg elk mensch is een streven aanwezig om „vooruit
te komen". Elk „Individuum" omvat in wezen een wereldje op-
zich-zelf. Dt gaat ook voor den burger op. Voor den militair echter
draagt dit individueele streven wel een zeer specifiek karakter.
„Höchstes Glück der Erdenkinder
Sei nur die Persönlichkeit".
153
Ja, renn' nur nach dem Glück
Doch renne nicht zu sehr
Denn alle rennen nach dem. Glück
Das Glück rennt hinterher
Denn für dieses Leben
1st der Mensch nicht anspruchslos genug
Darum ist all sein Streben
Nur ein Selbstbetrug.
Aus den Dreigroschenoper".