kan, door een juist toegepasten gezonden humor, door een ad rem
gebezigd soldaten-jargon, meer bereiken dan door een onnoodig
machtsvertoon. We kunnen niet beter doen dan in dit verband
een empirisch vastgesteld ervaringsfeit releveeren.
Van een uitgezonden gepassionneerden onderofficier gaf de
compagniescommandant het volgende commentaar „Optreden
tegenover den troep flink. Wordt gauw driftig en dan indisciph
nair. Is ten eenenmale ongeschikt voor kader bij een Europeesche
Compagnie". Wij merkten eertijds op, dat er een contradictie
bestaat tusschen het feit, dat een militair flink is, en ongeschikt
om als kader op te treden van een Europeesche Compagnie. We
geven daarvan de volgende verklaring „Hier staat geen flink,
kalm (phlegmatisch) sergeantneen een flink veldheer met
een gevoel vanIk zeg watEn zoo kunnen we dan dit
hoofdstuk besluiten met de volgende definitie
Een onderofficier is een goed soldaat, wiens militaire secondaire
functie tot een optimum is ontwikkeld, doordat bij het individuum
reeds te voren een goed geordende secondaire functie aanwezig
was.
Zoodra de emotionaliteit in het leven van den soldaat ot den
onderofficier een rol gaat spelen hetgeen met zekerheid gebeurt
in geval van een praemature c.q. onjuiste promotie zullen
persoonlijke conflicten een onverbiddelijke consequentie zijn.
Wij citeeren een vroegere brochure „Noch het veldheers-type
(gepassionneerd) noch het officiers-type (cholerisch) past in het
beeld van den gemiddelden soldaat of onderofficier Deze typen
zullen te allen tijde de waarheid ondervinden, van wat in cynische
lyriek werd weergegeven in de strophe „Das Gluck rennt hin
terher".
Het verdere onderzoek zal dit misschien nog duidelijker maken.
HOOFDSTUK VI.
EMOTIONALITEIT.
Bij het verder onderzoek zal blijken, dat de emotionaliteit ten
aanzien van militaire verhoudingen een zeer belangrijke rol speelt.
Daarom zullen we nu eerst deze specifieke temperamentseigen
schap nog eens nader beschouwen.
Het gevoel van lust of onlust dat is in wezen de emotiona
liteit draagt steeds een subjectief karakter. We kunnen op de
keper beschouwd eigenlijk alleen maar oordeelen over onze eigen
gevoelens. Tot emoties, welke zich bij anderen afspelen, conclu-
deeren we op grond van uitdrukkingsbewegingen. Men is het er
nu wel algemeen over eens, dat deze uitdrukkingsbewegingen
secondair zijn aan de emoties. Zelfs bij tooneelspelers
Wij stelden eertijds bij een enquête de volgende vraag „Creëert
U de uit te beelden figuren naar aanleiding der woorden (dus
156