167 a) In beginsel zullen in de eerste plaats de mitrn. voor het afgeven van flankeerend vuur voor de nabijverdediging worden aangewezen. We vinden dit principe vermeld in G.V.I. 11(2), A.T.V. II 77(3)85(2), 137(1) en 225(2). De mitrn. kunnen in dit geval als krachtigste vuur wapen der infanterie en als basis van het vuurplan het werkzaamst vuur afgeven. b) De mitrn. zullen behalve voor de nabijverdeaiging m het algemeen ook voor het afgeven van vuur op groote afstanden worden gebruikt 86(1). Zie voor het vuur op groote afstanden verder A.T.V. I 73(1), V.S. Mitr. 169(3) (4), G.V.I. 12(2) en 180. Het A.T.V. II vermeldt in 86(3), dat met de mitrn. in beginsel voor het vervullen der taken a) en b) een andere opstelling wordt ingenomen. c). Voorbereide mitr.vuren in de hoofdweerstandsstrook ter bestrijding van gebeurlijk binnengedrongen troepen. Aanh. G.V.I. 13. d) Volgens Aanh. G.V.I., B.2 (1) g. dienen op het vuurplan voor te komen de mitrn. bestsmd voor vuur op vliegtuigen tot 1000 m hoogte. Ook moeten mitrn. kunnen deelnemen aan de bestrijding van zeer laag vliegende vliegtuigen. Volgens A.T.V. I 144 moet gerekend worden op het inzetten van groepen van vier wapens tegen hetzelfde doel. e) Opstelling van mitr. ter bescherming van niet aangeleunde vleugels is van groot belang. G.V.I. 182(2). Men ziet dus, dat van onze mitrailleurs zeer veel wordt verlangd. Overal treft men in de vakliteratuur aan, dat een stelling ingericht met moderne wapenen het doorschrijden van de strook van de nabijverdediging (taak a) onmogelijk maakt. Vergeten we echter nimmer, dat alle landen beschikken over minstens 12 mitrn. per bat., zoodat het een groote vraag is of ons dikwijls zeer uitgebreid vuurfront met 6 mitrn. (oude toestand!) tot de ondoorschrij dbaren gerekend zou mogen worden (alleen van een mitr. standpunt bekeken.). Wanneer wij hieraan twijfelen, dan is het duidelijk, dat o.i. de overige hiervoor genoemde taken (b t/m e) zeker in het ge drang zouden komen bij een aantal van 6 mitrn. per bat. Thans zijn deze taken beter verzekerd nu eerstdaags 12 mitrn. per bat. zullen worden ingedeeld, terwijl voor de taak ad d bij het regiment ingedeelde sien. mitrn. 12.7 mm (luchtafweer) ter beschikking komen. We vinden het jammer, dat de reg.cdt. in de toekomst niet meer over mitrn. 6.5 mm beschikt. Tot nu toe gold, dat de reg.cdt. met het uitgeven van zijn mitm. zcu wachten, tot dat hij de vuurschetsen van de bat.cdtn. had ontvangen, waarna hij naar behoefte de gapingen in het vuurplan der batn. kon aanvullen door indeeling van extra mitrn. A.T.V. II 87(2). Aan den anderen kant gold, dat de reg.cdt. een deel zijner mitrn. niet t.b. stelde van zijn ondercommandanten, teneinde in een latere phase van het gevecht nog in staat te zijn om onvolkomenheden in het vuurplan te herstellen. A.T.V. II 81(4). Thans is zulks t.a.v. de mitrn. 6.5 mm niet meer mogelijk. De uitbreiding tot 12 mitrn. organiek per bat. is een groote verbetering met het oog op de bovengenoemde taken. Dit aantal zal het bovendien nog mogelijk maken, dat een klein deel der mitrn. uitsluitend voor de nabij verdediging kan worden gespaard. Deze flankeerende Schweige-mitrn. vormen den ergsten vijand van den aanvaller. 93(2) b Dit punt spreekt van terreinen buiten de strook van de nabijverde diging (tot 1200 a 1500 m voor de hoofdweerstandslijn)welke zich in het bijzonder eigenen om door den vijand bij de voorbereiding van zijn verdere nadering te worden gebruikt. Niet geheel in overeenstemming met hetgeen in dit punt „verdere nadering" wordt genoemd is 119(2) „Eerst daarna komen de troepen onder de wapenwerking van de infanterie van 's vijands hoofdmacht en begint de eigenlijke aanval. (Wordt vervolgd).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 83