173 10. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Tactiek. Uit den S p. burgeroorlog. Ook bil nachtaanvallen moet in open terrein in opgeloste (gevechts) formatie, soms zelfs kruipend voorw. worden gegaan. Elke republikemsche soldaat draagt 4-6 handgranaten, zelfs Brig.cdtn. (met een groote B Werpafstand 40-60 m, met een slingerinstrument 150-200 m. Men heelt speciale tank-handgranaten (M.W. nr. 19, Nov. 1938 overgenomen uit Krassn. Swjesda). Vb. middelen bij pag.; tactische éénheid. Een onbekende S. geeft in M.W. nr. 20, Nov. '38 als zijn meening te kennen, dat vb. middelen bij de sie. pag. niet noodig zijn de vuurleiding moet eenvoudig worden gehouden; elke schutter zal dien vew. als den gevaarlijksten tegenstander beschouwen, die hem het dichtst nadert. Wij kunnen S's inzicht deelen bij de de. zal echter wel behoefte aan vb. midde len en dan radio bestaan, om het snel inzetten op bedreigde punten te waarborgen. Daarna stelt S. de vraag, wat meer aanbeveling verdient, het cie.gewijze of sie.gewijze inzetten. Daar het veel eenvoudiger zal zijn m onbekend terrein „zusammenhangende Stellungen für die kleinere Einhei des Zuges als für die gröszere der Kompanie und Abteilung zu finden geeft S. aan sie.gewijze gebruik de voorkeur; tevens wordt daardoor opeenhooping van het pag. voorkomen, terwijl beter van het terrein gebrul gemaakt kan worden. Dat de bevelvoering moeilijker wordt, kan S. niet erkennen, want hij gelooft er niet aan dat bij cie.gewijze gebruik de cie.- odt nog invloed op het gevecht kan uitoefenen. De vuurrichtmg is bij sie. gewijze inzetten gemakkelijker te veranderen. N.o.m. moet onderscheid worden gemaakt tusschen het onder eenhoofdig co. houden en een eenhoofdige vuurleiding. Zal een eenhoofdig commando in vele gevallen voordeelen kunnen bieden, een eenhoofdige vuurleiding zal niet vaak voorkomen. V e w n.samenwerking of zelfstandig optreden. Kap. Goutard heeft in R.d.I. Aug. 1938 een studie over dit onderwerp geschreven. Na enkele beschouwingen over de ondervinding tijdens den wereldoorlog, de daaruit getrokken conclusies en de resultaten m den bp. burgeroorlog soms S. de overeenkomsten en de verschillen tusschen de Ir., D., en R. inzichten op, welke wij verkort als volgt kunnen weergeven. A. Overeenkomstige opvattingen in Fr., D. en R. 1. Massa-inzet over breed front. 2. Het beginsel der verrassing. 3. Het deboucheeren der vewn. dekken door een intensieve actie van de art. B. Duitsche opvattingen. 1. De dynamische werking treedt naar vorenkracht en snelheid niet wachten op de inf. deze volgt zoo goed als zij kan. 2. De brig. (400 vewn.) is de kleinste eenheid, welke een gevechtsopdracht kan vervullen. 3. De vew. is geen „instrument de nettoyage maar een hamer, die op het zwaartepunt dus daar waar de beslissing moet vallen beukt. 4 De brig, ageert over een front van 3 a 4 km met een -diepte yan 5 km de le golf heeft als doel de vij.art. de overige golven rollen 's vij. linie op om de bres te verbreeden. C. Fransche opvattingen. De Fr. vew. tactiek blijft trouw aan het beginsel der nauwe samenwerking met inf. en art. de vewn. gaan, evenals de inf., met sprongen van object tot object vooruit.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 89