en zich derhalve een sterke beveiliging moeten verschaffen. Deze bestaat in de eerste plaats uit beveiliging door ten minste kruiser eenheden en m de tweede plaats uit een speciale aanvalstactiek dezer schepen Den avond voorafgaande aan den eigenlijken actiedag bevinden zij zich nog op zeer grooten afstand; in den nacht wordt met de grootst mogelijke snelheid opgestoomd, zoodat net schip zich in den vroegen ochtend op ongeveer 200 mijl uit de kust bevindt; op dit tijdstip wordt aan de vliegtuigen de gelegenheid gegeven, hun taak aan de vangen. Het zal de taak onzer weermacht zijn zoodanige vliegkam- schepen tijdig te signaleeren hetgeen zeer wel mogelijk wordt geacht om ze daarna zoo snel mogelijk buiten gevecht te stellen liefst alvorens zij hun vliegtuigen in de lucht hebben kunnen suren. Kan de aanval op het schip verrassend plaats hebben, dan is afdoend resultaat met zeer geringe verliezen vrijwel ver zekerd Met eén goeden aanval kan het (de eenige landingsmoge- hjkheid voor de vijandelijke luchtstrijdkrachten) buiten gevecht worden gesteld en daarmede het overwicht in de lucht worden bereikt. Ten slotte zij nog opgemerkt, dat bij een behoorlijk georgani seerde verdediging een landing slechts mogelijk is indien aan een aantal voorwaarden is voldaan (o.a. sterke beschermende vloot en overwicht in de lucht) maar zelfs dan zal zij slechts kunnen tukken ten koste van groote verliezen en offers. Dit is wel o m gebleken bij de oefeningen in de Caraibische Zee en bij Hawaii. Gezien de lessen, welke m.b.t. de waarde van luchtstrijdkrachten voor een optreden tegen een overzee komenden vijand uit de Amerikaansche manoeuvres der laatste jaren zijn te trekken stemt het tot vertrouwen, dat onze luchtstrijdkrachten zoowel die der Marine (de vhegbooten leenen zich bijzonder voor lange- afstand verkenningen) als die van het Leger (de Glenn Martin vliegtuigen zijn zeer geschikt voor bombardement op grooten atstand) een aanzienlijke uitbreiding ondergaan. 218

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 24