226 unwirksam. Sie halt es aber für möglich, die Anwendung bestimmter Waffen international als völkerrechtwidrig zu verbannen und die Nationen, die sich solcher Waffen dennoch bedienen, als ausserhalb der Menschheit und ihrer Rechte und Gesetze stehend zu verfemen. Sie glaubt auch hier, dass ein schrittweises Vorgehen am ehesten zu Erfolg führen kann, also Verbot des Abwerfens von Gas-, Brand- und Sprengbomben ausserhalb einer wirklichen Kampfzone. Diese Beschrankung kann bis zur vollstandigen internationalen Verfemung des Bombenabwurfes überhaupt fortgesetzt werden". Voorts deed de Duitsche regeering in een op 1 April 1936 aan de Britsche regeering gericht memorandum het practische voorstel: 1. Verbot des Abwurfes von Gas-, Gift- und Brandbomben. 2. Verbot des Abwurfes von Bomben jeglicher Art auf offene Ort- schaften, die sich ausserhalb der mittleren schweren Artillerie der kampfenden Fronten befinden, (cursiveering van ons), waaraan de mededeeling was vastgeknoopt „Die deutsche Regierung erklart sich schon jetzt bereit, jeder solchen Regelung, soweit sie international gültig wird, beizutreten". Ook van andere, niet-officieele, zijden zijn meermalen pogingen gedaan, te geraken tot internationale overeenkomsten ter beperking van het luchtbombardement het zijn vooral de Belgische kolonel mgd. Voncken en prof. Lapradelle die zich met dit vraagstuk bezighouden en hun ideeën propageeren op de periodiek gehouden „Congrès Internationaux de Médecine et de Pharmacie Militaires". Van hen ging het denkbeeld uit tot instelling van neutrale zones voor gewonde en zieke militairen (villes sanitaires) en de burger bevolking (villes de sécurité), welke zones niet zouden mogen worden gebombardeerd een uitbreiding derhalve van art. 26 van de ontwerp-regels betreffende den luchtoorlog, hetwelk slechts de mogelijkheid opent, „geschiedkundige gedenkteekenen van groote historische waarde" van luchtbombardementen te vrij waren. N.a.v. een in 1933 te Madrid op het Vlle Congrès International de médecine et de pharmacie militaires genomen besluit en op uitnoodiging van den vorst van Monaco verzamelde zich in 1934 te zijnen paleize een medisch-juridische commissie die het voorstel nader uitwerkte en een ontwerp-verdrag opstelde. Het Interna tionaal Roode Kruis Comité nam dit ontwerp over en liet het in October 1937 te Genève omwerken door een „Commission des experts". Deze commissie bepaalde zich tot een ontwerp-verdrag inzake „villes sanitaires" aangezien „il semble bien qu'il soit pré- férable de s'en tenir pour l'instant a un project modeste" b Zie het „Rapport du Comité International de la Croix-Rouge sur le project d'une convention relative a la création de villes et localités sani taires", o.m. verschenen in de Revue international de la Croix-Rouge van Augustus 1938.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 32