Indien het Japansche leger het offensief tegen de Nationale Regeering, welke haar gezag uitoefent over een gebied grooter dan het door de Japanners bezette, op zou geven, dan zou die regeering niet alleen volop gelegenheid vinden om den gueiilla- strijd te blijven voeren, doch tevens om het geregelde leger te verbeteren, opnieuw uit te rusten, en daarmede de Japanners zoodanig bezig te houden, dat er geen sprake van zou kunnen zijn de tegenwoordige troepensterkte in China te verminderen. Herhaaldelijk heeft Generaal ChiangKaiShih te kennen gegeven, dat het optreden van de Chineesche strijdkrachten in de tweede periode van den oorlog, welke periode hij acht in te zijn gegaan na den val van CanTon en de WuHan-steden, geen andere dan de hier vermelde oogmerken heeft. Hij verwacht daarvan geen mili taire overwinning, maar wel een zoodanige uitputting van den vijand, moreel, financieel en economisch, dat Japan zich ten slotte, zoo niet zal terugtrekken uit China, dan toch bereid zal worden gevonden tot het sluiten van een de Chineesche souvereiniteit en integriteit erkennende vrede. Daarvoor is natuurlijk tijd noodig. Hoeveel tijd, kan niemand zeggen. Alleen de Japansche regeering kan beoordeelen hoever zij kan en wil gaan met het brengen van offers voor het bereiken van het door haar gestelde doel. Behalve met de moreele, financieele en economische factoren heeft zij ook rekening te houden met politieke. In de eerste plaats met de verhouding tot Rusland. Succes van deze Chineesche strategie is echter even zeer af hankelijk van hare uitvoering door de Chineesche troepen, en niet minder van de medewerking der Chineesche bevolking van het door de Japanners overheerschte gebied. Zijn de Chineezen inderdaad in staat aan hun plannen uitvoering te geven en deze strategie zoolang vol te houden tot het beoogde doel bereikt wordt Dit is een vraag', welke verschillende beant woording vindt. Zoo menigmaal hebben de Chineezen bij vroegere gelegenheden blijk gegeven niet over het doorzettingsvermogen te beschikken, noodig om grootsch opgezette plannen tot een goed einde te brengen. IVIaar (laai* staat tegenover dat weinigen China tot den taaien weerstand hadden in staat geacht, welken het nu reeds meer dan anderhalf jaar biedt tegen de bedreiging van zijn onafhankelijkheid. Velen hebben met de Japanners verwacht, dat de Nationale Regeering na de eerste tegenslagen zou uiteenvallen. Maar ook zelfs de ergste diehards kunnen niet meer ontkennen, dat onder de harde hamerslagen der Japanners de eenheid der regeering en de bereidwilligheid van het volk haar te steunen feiten zijn geworden. ChiangKaiShih is de natio nale held, waarom het geheele volk zich heeft geschaard. Dat het voortbestaan dezer regeering verzekerd is, daaraan valt moeilijk meer te twijfelen. Ook de financieele toestand schijnt van dien aard, dat de oorlog nog geruimen tijd een paar jaar zonder 238

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 44