en in PooTung treedt een 30.000 man sterk guerülakorps op onder een oud-gouverneur van KwangSi. De juiste sterkten dier guerillalegers zijn niet bekend. Volgens Japansche opgaven bevinden zich in den driehoek ShangHai Nan- KingHangChow ten minste 250.000 man guerillatroepen. Naar dien maatstaf moet het totaal der guerillamacht tusschen 750.000 en 1 millioen liggen. Het is vrijwel zeker, dat de activiteit der guerilla toeneemt. Het meest doet wel het 8e Leger van zich spreken, dat zijn hoofd kwartier heeft in n.o.-ShanSi, in den WuTaiShan, een 3000 meter hoog gebergte. Het optreden van dat leger is oorzaak, dat van een geregeld spoorwegverkeer in n.-China feitelijk niet kan worden gesproken. Dagelijks worden met behulp der bevolking kilometers spoorbaan opgebroken. Alleen gebrek aan voldoende springmiddelen belet meer intensieve vernielingen, hoewel ook deze van tijd tot tijd voorkomen. Zoo werd door het vernielen van een brug in de eerste helft van Januari het spoorwegverkeer tusschen PeKing en TienTsin gedurende 36 uur stilgelegd, terwijl eenige dagen geleden nabij dezelfde plaats een spoorbrug zoodanig werd opgeblazen, dat de baan vermoedelijk tijdelijk zal moeten worden omgelegd. Tusschen ShihKiaChwang en PeKing nam een westersch reiziger kort geleden op niet minder dan 5 verschillende punten langs den weg liggende gederailleerde treinen waar. Van het 2e guerillaleger hoort men het minst, in ShanTung schijnen de Japanners, ten minste op het schiereiland nog" den meesten invloed te hebben. Het 4e leger opereert in een gebied waarin bijna geen spoorwegen zijn. Bij deze legers zijn voor de opleiding officieren van het 8e leger ingedeeld. De Japansche troepen liggen verspreid in garnizoenen in de belangrijkste steden langs de communicatielijnen, en langs de grens" van het veroverde gebied. Bescherming vinden die garni zoenen achter de muren dier steden, hetgeen echter niet voorkomt, dat de kleinere garnizoenen herhaaldelijk des nachts worden overrompeld en afgemaakt. Het Chineesche opperbevel heeft bevolen, dat de muren van alle steden moeten worden gesloopt, ten einde den Japanners deze beveiliging te ontnemen, en de uitvoering van overrompelingen gemakkelijker te maken. De Japanners doen wat zij kunnen om de guerilla's uit te roeien. Soms hebben zij succes en lijden de guerilla s zware verliezen, doch waar de Chineezen geleidelijk beter geoefend worden in de guerillatactiek, alleen 's nachts zich verplaatsen en hun veiras- sende aanvallen uitvoeren, over een goeden spionnendienst beschikken voor hun beveiliging en verkenning, en zich versprei den zoodra de nadering van Japansche troepenafdeelingen wordt gemeld, hebben de Japanners een zware en ondankbare taak. Het best kan men den oogenblikkelijken toestand in China aldus beschrijven. Twee derde gedeelte van het Chineesche grond- 241

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 47