weten aan te brengen, dat geen afbreuk wordt gedaan aan diens fundamenteele specifiek medische secondaire functie. 1™m eerst wanneer deze beide heterogene secondaire functies bij het individuum tot één harmonisch geheel zijn geworden, kunnen we spreken van een goed officier van gezondheid. Nu zal dit bij de één veel, bij den ander weinig moeite opleveren, een feit blijft echter, dat aan den arts iets moet worden toege voegd, wat hem tot officier van gezondheid maakt. En de eenige, die "hiertoe in staat is, is de dirigeerend officier van gezondheid, die ook leider moet zijn, waar het gaat om eventueel persoonlijke militair-medische conflicten van zijn oificieren. Nu is er één categorie artsen bij wie de specifiek medische secondaire functie een bijzonder groot deel van de persoonlijkheid in beslag neemt n.l. de specialisten. Dit openbaart zich bijv. m het typische verschijnsel, dat ieder arts zijn eigen specialisme het belangrijkste vindt. Deze wetenschappelijke rivaliteit is de medische wetenschap en daardoor de menschheid slechts ten goede gekomen. Immers de stuwkracht van den specialist is zijn per soonlijke roeping. Hij heeft zich zijn specialisme eigen gemaa door ernstige studie, zich mogelijk financieele offers getroost, om het vak zijner keuze te kunnen uitoefenen. Als volwaardig spe cialist openbaart zich die roeping in het streven, zijn speciaa aangeboren en later hoog opgevoerd medisch talent practisch toe te passen ten behoeve van zijn patiënt. De genoemde rivaliteit tusschen de specialisten is daarom met anders dan een gcvog van te sterk toegespitste persoonlijke overtuigingen, welke de gedachte insluiten „Mijn medisch kunnen is alleen m staat dezen patiënt te helpen Kort en goed De specialist heeft een zeer sterk uitgesproken medische secondaire functie en heeft ais zoo danig „iets-van-den-veldheer" in zich; d.w.z. voor zoover betreft zijn speciale onderdeel van de medische wetenschap. Theoretisch zal het voor den militairen specialist moeilijker zijn, naast zijn specifiek medische ook nog plaats voor een specifiek militaire secondaire functie in te ruimen. W e komen hier later op terug. Allereerst willen we nu de militair-medische samenleving m het groote hospitaal nader beschouwen. Hier zullen we een kern van specialisten aantreffen, die ieder in zijn kliniek as zelfstandige „persoonlijkheden" werkzaam zijn En tevens zullen we vinden een dirigeerend officier van gezondheid, den verant woordelijken chef. De vraag is nu Zal de verhouding hoofdofficier-officier, zooals we deze op grond van theoretische overwegingen hebben vast gesteld, ook hier tot uitdrukking komen? We hebben reeds geconstateerd, dat de dirigeerend officier van gezondheid a s leider zeer individueel te werk zal moeten gaan. Dit zal nog sterker uitkomen, waar het gaat om militaire specialisten. Dit komt echter neer op een kwestie van tact en menschenkenms, 253

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 59