269
te zetten zou me te ver voeren. Misschien geeft de redactie mij daar
later nog eens de gelegenheid voor. Nu moet ik volstaan met enkele
algemeene opmerkingen en een aanhaling van een deskundige.
Wat is eigenlijk de oorzaak van de groote kwetsbaarheid voor vlieg
tuigen van landingsoperaties of van groote convooien Dat is de
aanwezigheid van veel schepen op een kleine ruimte. Dan vraagt
men zich af waarom blijven die schepen dan zoo dicht bij elkaar,
Haar ze op een niet door een leger verdedigde kust, wat de kust
van onze Buitengewesten, zeer enkele punten uitgezonderd, practisch
overal is, gemakkelijk kunnen landen op verspreide punten in kleine
groepen, die zich later kunnen vereenigen. Dat komt, doordat ver
dedigingsmaatregelen moeten worden getroffen tegen vlootactie van
onze zijde.
Zou onze vloot slechts samengesteld zijn uit duikbooten en torpedo-
bootpagers, de vijand kon voor het beveiligen van convooien en
landingspogingen volstaan met klein materieel en met enkele ver
ouderde kruisers. Zelfs zou hij waarschijnlijk zonder veel risico en
met weinig meer materieel verschillende convooien tegelijk laten afva
ren en op verspreide punten landingspogingen doen. Hebben wij daar
entegen eenige moderne kruisers, zoo zal de vijand veel uitgebreider
beveiligingsmaatregelen moeten nemen en wordt het practisch uitge
sloten meerdere landingspogingen tegelijk te wagen.
Wat zien we dus. Dat het juist de aanwezigheid van een krachtige
vloot bij ons is, die den vijand dwingt veel materieel aan de kans
op vernietiging door onze luchtmacht (en natuurlijk ook door onze
vloot) bloot te stellen. Hoe sterker onze vloot, des te meer aanvals-
kansen voor onze luchtmacht, hoe zwakker onze vloot, des te minder
kansen voor de luchtmacht, dus des te minder rendement van het
geld voor de luchtmacht uitgegeven.
We kunnen nu nog de kwestie van de urgentie van uitbreiding van
vloot of luchtmacht bezien. Zijne Excellentie Mr. Jager wil in elk
geval eerst de luchtmacht op peil brengen, de uitbreiding der marine
is volgens hem van later zorg.
Uit het voorgaande volgt m.i. ten duidelijkste, dat beiden tegel ij k
uitgebouwd moeten worden, daar de één zonder de ander niet zijn
grootste rendement zal hebben.
Tot slot wil ik nog een uitspraak van den bekenden vliegofficier,
majoor J. G. W. Zegers, aanhalen, gedaan tijdens een vergadering
van de Vereeniging ter beoefening der Krijgswetenschap op 25 Maart
'38. Hij zeide „Wij mogen hierbij nooit vergeten, dat de aanwezigheid
van land- en zeestrijdkrachten bij den verdediger, den aanvaller
dwingt kwetsbare doelen nabij het aanvalspunt te bieden aan de
luchtmacht van den verdediger. Hoe sterker dus land- en zeemacht
ter plaatse tot gelding gebracht kunnen worden, des te beslissender
zal de luchtmacht zich kunnen doen gelden zonder land- en zeemacht
dus met luchtmacht alleen, is een verdediging van kritieke punten
niet goed denkbaar". En hij besloot met te zeggen„M. H. de Voor
zitter, Moge het dan in de toekomst de taak der luchtmacht zijn, de
verbindingsschakel tusschen de oude deelen der weermacht te vor
men, en zoodoende de kracht van het geheel te vergrooten".
Ja, zoo zij het. Moge de luchtmacht dan de verbindingsschakel zijn
tusschen twee krachtige deelen, n.l. een sterk leger, maar ook, een
sterke vloot.
J. G. HAAS.