270
Naschrift
Allereerst een woord van hulde voor de wijze, waarop de Heer
Haas, als niet deskundige zijn standpunt in een moeilijk onderwerp
uiteengezet heeft. Zoo schrijft onze medewerker Z. Ex. vice-admiraal
b.d. Mr. J. C. Jager. Dit getuigt van ernstige studie en met zoo
iemand als tegenstander is het altijd prettig den degen te kruisen.
Daarom spijt het mij, dat hij de juistheid van de door mij genoemde
cijfers, op grond van mededeelingen van het Handelsblad en Onze
Vloot, in twijfel trekt. Ik weet te goed, hoe gevaarlijk het is, cijfers
te noemen en ga daar dan ook alleen toe over, als de juistheid daar
van voor mijzelf vaststaat. Alleen een regeeringsmededeeling kan de
controverse afdoende oplossen, maar nu moet het ieder onbevoor
oordeeld lezer wel treffen, dat, terwijl de Minister het vorige jaar
de kostenvergelijking van kruisers en vliegtuigen zelf gesteld heeft,
thans, nu hij daarover in de Kamer aan den tand wordt gevoeld, in
eens verklaart, dat het hem eigenlijk absoluut niet interesseert. Wel
een heel eigenaardige wijze om een zelf opgeworpen geschilpunt te
beslissen, waardoor niemand overtuigd wordt.
De heer Haas meent, dat ik de exploitatiekosten van een kruiser
als de Java te hoog geraamd heb en deze maar ruim 1,6 millioen
zouden bedragen. Daarop wil ik even ingaan. Als oud-commandant
van de Java is dat schip mij altijd belang blijven inboezemen en zoo
ook de exploitatiekosten. Jaarlijks werd het bedrag daarvan bekend
gemaakt en voor de gebruikers van zoo'n kostbaar schip had dat
zijn goede zijde. Uit die officieel vastgestelde bedragen blijkt nu, dat
de exploitatiekosten over 1927 en 1930 respectievelijk 1.945.324 en
1.986.606 gulden bedroegen. Mijn raming van 1,9 millioen was dus
alleszins verantwoord en na deze uiteenzetting vertrouw ik, dat hij
dit ook van mijn andere gegevens zal aanvaarden.
Inzender kijkt, wat de vliegtuigen betreft, wel door een zeer don
keren bril. Dat blijkt ook, waar hij het over de vliegbasisvelden heeft.
Daarvoor acht hij er zeker tien, vermoedelijk echter wel twintig
noodig. Minister Colijn heeft destijds in de Kamer verklaard, dat 5
hoogstens 6 van die vliegvelden noodig zouden zijn buiten Java. Dat
aantal blijft inderdaad tot 5 beperkt en meer is ook niet noodig, want
dank zij de groote werkingssfeer van de Glenn Marins, kan vanuit
die bases elk punt van onzen Archipel bereikt worden, terwijl dan
de terugkeer naar hetzelfde vliegveld verzekerd is, wat den benzine
voorraad aangaat.
De heer Haas bepleit een sterke vloot, een sterk leger en een sterke
luchtmacht. AccoordEen sterke vloot moet leiden tot een zeemacht
van groote slagschepen, zooals die van sommige zijden aanbevolen
wordt. Daarmede is Indië maritiem krachtig te verdedigen, omdat
dan, tegen welken tegenstander ook, kracht tegen kracht gesteld kan
worden. Een vloot met geen sterker eenheden dan kruisers met 15 cm
geschut, zal altijd moeten wijken voor zwaarder bewapende schepen,
wil zij zich niet aan algeheele vernietiging blootstellen. Het klinkt
wel aardig, de kruisers als lokmiddel te doen dienen, om aldus een
aanvaller te dwingen met sterker macht te komen maar elke vijan
delijke actie, ver van het eigen grondgebied, móet met sterke mid
delen worden ingezet en dure kruisers zijn waarlijk niet noodig, om
dit te bereiken.
Een sterke vloot eischt derhalve voor den strijd ter zee slagschepen.
Speelde het geld voor ons geen rol, dan was de oplossing niet twij
felachtig, maar omdat die kostbare schepen financieel niet te verant
woorden zijn, zooals ook de Regeering zegt, is van krachtige mari
tieme verdediging geen sprake. Ter zee zijn wij derhalve altijd in de