285 beleid, dat de internationale verhoudingen slechts ten goede kan komen. Na den val van Barcelona regende het erkenningen van zijn regeering Engeland en Frankrijk gingen daartoe echter eerst over na lange aarzeling en het aftreden van pres. Azana. Op de tevoren reeds te Londen en Parijs tot Burgos betrachte toenadering reageerde niet alleen Rome vrij sterk, doch mede Berlijn, dat zich den laatsten tijd niet meer zoo ernstig voor Spanje interesseerdeFranco's mededeeling, waarvan ieder het zijne kan denken, diat hij de oude vrienden en vijanden niet zou vergeten, bracht de gemoederen tot bedaren. Pres. Azana werd opgevolgd door Barrio, doch of hierin een bewijs moet worden gezien van het voornemen, den strijd voort te zetten, valt te bezien de bevolking van wat nog rest van repu- blikeinsch Spanje voelt er blijkbaar niet zoo heel veel meer voor, hetgeen begrijpelijk is nu ook vele militaire aanvoerders, o.a. gnl. Miajo, de verde diger van Madrid, zich hebben teruggetrokken. Door het heengaan van de oude leiders wordt het voeren van onderhandelingen vergemakkelijkt; voor Spanje valt slechts te hopen, dat zij spoedig succes mogen hebben van internationaal standpunt bezien zal dat echter nog geenszins het einde beteekenen van de Spaansche kwestie. Vlaamsch-Waalsche tegenstellingen noopten het Belgische ministerie Spaak tot aftreden. Hiermede ging de eerste sociaal-democratische premier heen, die tevens na den wereldoorlog de eerste was, die de politiek van zijn land losmaakte van die van den grooten zuidelijken nabuur. Zijn zoowel nationaal als internationaal politieke tegenstander Jaspar slaagde niet in het vormen van een ministerie dit gelukte eerst aan Pierlot, die inmiddels reeds weder is afgetreden. In Engeland schijnt men zich meer en meer neer te leggen bij de politiek van Chamberlain diens eertijds felle tegenstander Eden zwaaide hem lof toe. Overigens bepaalt die politiek zich niet tot woorden. Hoewel de Engel- sche regeering verklaarde, de gelegenheid voor een volgende vredesconfe rentie te zullen aangrijpen, gaat zij voort met de herbewapening het uit getrokken millioenenbedrag werd verdubbeld terwijl invoering van militie plicht ondanks vroegere tegengesteld luidende verklaringen schijnt te worden overwogen. Ook economisch wapent Engeland zich Gwatkin vertrok naar Duitschland, Scandinavië, Finland en Rusland voor het voeren van onder handelingen terwijl versterking van de economische banden met Roemenië en Joegoslavië eveneens op het programma staat. Ook Nederland dient ditmaal te worden vermeld min. Patijn verklaarde, dat geen vrije doortocht zal worden verleend aan troepen van andere Vol kenbondsleden (cf. art. 16 van het Convenant), ingeval de aanvallende staat waartegen zij oprukken aan Nederland grenst. Het vraagstuk van de in Duitschland verblijvende Poolsche Joden werd opgelost. Echter deed zich tijdens het bezoek aan Warschau van den met gejuich ontvangen Italiaanschen min. Ciano een ander punt van wrijving voor door onvriendelijk optreden tegen Polen in Danzig. Geruchten willen, dat Mussolini's afgezant er zich van zou hebben overtuigd, dat Polen zich niet zal verzetten tegen de Duitsch-Italiaansche koloniale eischen, doch daarnaast met eigen wenschen zal komen. Hier dient melding te worden gemaakt van de met groote hardnekkigheid in Engeland opduikende voor stellen, Duitschland niet door teruggave van de vroegere koloniën doch op andere wijze te bevredigen. Ciano werd de moeite bespaard, in Berlijn verslag uit te brengen van het besprokene doordat min. von Ribbentrop zich naar Warschau zal begeven. Ook de Poolsche minister Beek gaat weder op reis Londen en Parijs staan ditmaal op zijn programma, hetgeen te Berlijn verklaarbare nieuwsgierigheid zooal niet ongerustheid wekte. In Hongarije viel min. pres. Imredy als slachtoffer van zijn eigen Joden- wetten zijn opvolger was Teleki, die weliswaar verklaarde, op den inge slagen 'weg voort te zullen gaan, doch niettemin vrij spoedig krachtdadig optrad tegen de extreem rechtsche Hongaristen. De aansluiting bij het anti-komintempact, waarvan Mansjoekwo de vijfde onderteekenaar is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 91