2. DE AMERIKAANSCHE LEGER- EN MARINE
MANOEUVRES DER LAATSTE JAREN IN HET
BIJZONDER VOOR WAT BETREFT DE
LUCHTSTRIJDKRACHTEN.
door
J. W. VERHOEVEN,
Eerste Luitenant der Infanterie waarnemer.
Inleiding.
Hoewel de Vereenigde Staten van Noord-Amerika niet evenals
onze Indische archipel aan alle zijden door zeeën zijn begrensd,
staat de beteekenis van de landgrenzen van eerstgenoemd machtig
rijk voor de defensie zoover achter bij die van de kusten, dat
de defensie er in de eerste plaats op kustverdediging is ingesteld.
Van die kusten vraagt de Westelijke, de oever van den Stillen
Oceaan, de laatste jaren steeds meer de aandacht.
Treedt alzoo het probleem der kustverdediging in de Veree
nigde Staten evenals bij ons bij de defensie op den voorgrond,
de middelen, waarover men in Amerika voor de organisatie dier
verdediging beschikt, verschillen nochtans aanzienlijk met die,
welke binnen ons bereik liggen. Is n.l. een sterke vloot second-
to none zooals de Amerikanen haar eischen) de beste wijze van
indirecte kustverdediging, een verdediging aan de kust (een
tweede lijn als het ware de directe verdediging) kan ook naar
de meening der Amerikaansche autoriteiten niet worden ontbeerd.
Uiteraard treedt bij ons de directe kustverdediging, wegens de
onmogelijkheid over een voldoend sterke vloot voor een indirecte
verdediging te beschikken, geheel en al op den voorgrond.
Is er alzoo in de wijze van kustverdediging in de Vereenigde
Staten en bij ons al dadelijk een belangrijk verschil te onder
kennen, de in Amerika gehouden kustmanoeuvres geven ons
niettemin talrijke leerzame aanwijzingen, waarmede wij ons
voordeel kunnen doen.
In de jaren voor 1935 ging de aandacht der Amerikaansche
defensieleiding naast de defensie van W.- en O.-kust vooral uit
naar de Panamakanaal-zöne als gevolg van het groote belang,
201