390 Door verschil in godsdienst meer en meer verwijderd van de Slaven in het huidige Rusland, door economische en eultureele belangen op het Westen georiënteerd, werden de Tsjecho-Slovaaksche gebieden ten slotte een integreerend deel van dat rijk en later van Oostenrijk-Hongarije, dat zoowel zijn kracht als zijn zwakte ontleende aan de samenstellende deelen kracht, omdat die deelen elkander in economisch opzicht aanvulden zwakte, omdat zij door evenveel volken werden bewoond. Ongetwijfeld is met hun wenschen in de dubbelmonarchie niet steeds zoodanig rekening gehouden als wenschelijk zoo zijn geweest, doch ook al ware dit wel geschied, dan valt nog te betwijfelen of het van geallieerde zijde zoozeer gepropageerde zelfbeschikkingsrecht het oude rijk niet zou hebben doen uiteenvallen. Hoe het zij, de verschillende vredesverdragen losten het op in een aantal succes- siestaten met irredentistische verlangens die ieder afzonderlijk niet anders dan een noodlijdend bestaan konden leiden. Daarmede was de kracht van een der ex-Centralen gebroken doch tevens het middel om de andere, de belangrijkste, in toom te houden waarop men in 1919-1920 kennelijk uit was, getuige de oprichting van de Kleine Entente, het nu ineengezakte bondgenootschap, dat echter al spoedig instede van een hefboom tegen een zich herstellend Duitschland, een bond werd ter bedwinging van het Hongaarsche revisionisme. Wel zijn de overwinnaars van 1918 geleidelijk tot het inzicht gekomen, 'dat zoo hier als elders herziening van de vredes verdragen geboden was, niet in het minst omdat de practische toepassing van het zelfbeschikkingsrecht der volken hemelsbreed verschilde van de theorie, doch te lang hebben zij daarmede gewacht. Te laat hebben zij inge zien dat, hoe men ook moge denken over hun scheppingen, daartegen verzet zou rijzen en zou worden beproefd, deze ongedaan te maken. Te laat ook hebben zij begrepen, dat elk berusten in eenzijdige wijziging, begonnen met de wederbezetting van Rijnland, zou voeren tot verdere daden totdat tegenover de kracht waarmede de pogingen daartoe worden bedreven ook hunnerzijds kracht zou kunnen worden gezet. Eerst Berchtes- ■gaden schijnt hen niet alleen hebben doen begrijpen doch ook verstaan toen was het voor hen reeds te laat. Te München werd gered wat nog te redden viel, doch de resultaten werden overschat. Zal het nu mderdaad komen tot het toeroepen van een krachtig halt Thans de gebeurtenissen in Maart. Na „München" scheen Tsjecho^ Slovakije een groeiende toenadering te vertoonen tot Duitschland scheen, want toen de Slovaken openlijk en met nadruk autonomie eischten en hun leider dientengevolge moest uitwijken, vond hij in Weenen gelegenheid, een tegen de regeering te Praag gerichte radiorede uit te spreken terwijl de Duitsehe pers tegelijkertijd melding maakte, van gevallen van onderdrukking en mishandeling van Duitschers in Tsjecho-Slovakije. Ook de troepenver plaatsingen in de Ostmark, officieel verband houdende met de herdenking van den Anschlusz, wekten angstige vermoedens. De spanning tusschen Praha en Bratislava nam toe, een strijd tusschen Tsjechen en Slovaken scheen te zullen uitbreken, waarop Tisso, leider van laatstgenoemden, zich tot Hitier wendde. Autonomie werd den Slovaken toegezegd doch daarmede bedaarde de onrust in Bohemen en Moravië niet. Was het hierom dat president Hacha en minister Chvalkofsky naar Berlijn togen en riepen zij de hulp in van den Führer De berichen over hetgeen daar is voorgeval len en hoe de bespreking is verloopen waren tegenstrijdig en niet zonder tendenz, waardoor de ware toedracht nog niet geheel duidelijk is. Hoe het zij, voor de wereld goed en wel was ontwaakt, waren Bohemen en Moravie geworden tot het autonoom Duitsch protectoraat Tschechei. Onmiddellijk hierop volgde het binnenrukken der Hongaren m de Karpatho-Oekrame waardoor wrijving ontstond met de Roemenen, die reeds m September 193 aanspraak maakten op een deel van dat gebied. Een beroep vani de Karpatho-Oekraïners op Duitschland en Italië, die te WeenerL hadden beslist, dat de arme en achterlijke Karpatenhoek bij Polen noch Hongarije zou komen doch als autonoom gebied bij Tsjecho-Slovakije zou blijven,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 106