handhaven daarvan alle krachten inspant zal geneigd zijn, in beginsel eenzelfden maatstaf aan te leggen bij den z.i. in gebreke gebleven neutralen Staat14). De gezaghebbende Engelsche schrij ver Oppenheim liet t.d.a. reeds voor den wereldoorlog weinig hoop. In vroegere jaren kende men, hoe vreemd dit ons thans in de ooren moge klinken, verschillende vormen van onzijdigheid de uitdrukking welwillende neutraliteit heeft ook nu nog een beken den klank. Voorwaardelijk onzijdig was voorts een Staat, die vóór den strijd op eenigerlei wijze tegenover een oorlogvoerende plichten op zich had genomen doch niet aan de krijgsverrichtingen deelnam. Theoretisch bestaat thans nog slechts één vorm, die van onvoorwaardelijke, volkomen of strikte neutraliteit. Voert men haar tot in de uiterste consequenties door, dan wordt vaak het grootste recht het grootste onrechtmen denke bijv. aan het „cash and carry"-artikel in de Amerikaansche neutraliteitswet, door Senator Bone omschreven als „If you want our stuff, come to our ocean gateways and get it and pay cash on the barrelhead and take it away with your own ships". De Staat, die noch de contante middelen heeft, noch zonder gevaar zijn schepen kan zenden, zal in deze regeling een uiting zien van willekeur. Toen tijdens den wereldoorlog door de blokkade een soortgelijke toestand was ontstaan, protesteerde Oostenrijk-Hongarije daar tegen in Amerika, uiteraard zonder resultaat. De Ver. Staten waren een machtige neutrale, Oostenrijk-Hongarije een, althans hier, onmachtige oorlogvoerende. Het omgekeerde zal echter veelvuldig voorkomen en hoewel het gecodificeerde neutraliteits- recht slechts het minimum aangeeft en de neutrale Staat daar ver boven kan gaan, zal hij daarbij in de practijk zekere grenzen in acht moeten nemen men houde goed voor oogen, dat het onzijdigheidsrecht een compromis is van belangen tusschen oorlog voerenden en onzijdigen" 10 Een moeilijkheid hierbij is, dat de belangen van alle onzijdige Staten bij lange na niet even groot zijn en ook voor een- zelfden Staat in verschillende gevallen en zelfs voor de deelen 298 the neutral must even use force to prevent belligerents from occupying any part of his neutral territory. The question whether such occupation on the part a belligerent could be justified in the case of extreme necessity on account of the neutral's inability to prevent the other belligerent from making use of the neutral territory as a base for his military operations must, I think, be answered in the affirmative, since an extreme case of necessity in the interests of self-preservation must be considered as an excuse" 16). Later zal worden besproken, dat aan den neutrale te land gestelde eischen in absoluten zin zwaarder zijn dan die ter zee relatief zal daar echter zeker niet minder krachtsinspanning noodig zijn. J") Oppenheim, II, 1906, 326. Deze uitspraak is ongewijzigd over genomen in den door Lauterpacht bewerkten 5den druk, 1935. 10) Francois, II, blz. 476.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 14