deze wijze van daaruit kan worden opgetreden tegen alle terrei
nen, welke i.v.m. de plaats van het te beveiligen onderdeel en de
omstandigheid, dat zij zich leenen tot het uitvoeren van tankaan-
vallen, als gevaarlijk worden beschouwd. Zou voor deze wijze van
optreden het aantal stukken ontoereikend zijn, dan stelt de cdt.
zijn pag.onderdeel zoodanig op, dat snel in elk der mogelijke
aanvalsrichtingen van pantserkrachten kan worden opgerukt.
Vorengenoemde verplaatsingen worden uitgevoerd op den
vleugel van het te beveiligen onderdeel dan wel bijv. bij een
aan beide zijden aangeleund regiment in een strook van 3 tot
800 m achter de voorste inianterie.
Wij kunnen instemmen met de gedachte tijdens den naderings-
marsch de pag.cie.onder haar cdt.vereenigd te houden en de sien.
niet over de voorbatn. te verdeelen. Naar mate de marsch vordert,
zullen de mogelijkheden m.b.t. pantseraanvallen zich telkens
wijzigen, zoodat telkens een wijziging in de verdeeling der
pag.sien. zou moeten plaats vinden.
Uiteraard zullen de door den reg.cdt. te nemen maatregelen
moeten aansluiten op die van den div.cdt. Volgens Von Schell zal
de div.cdt. aan den cdt. van de div.pag.afdeeling mededeelen,
op welke tijdstippen de divisie bepaalde lijnen zal overschrijden.
Op de kaart wordt nagegaan, waar tankaanvallen zijn te ver
wachten en van waaruit daartegen moet worden opgetreden. De
pag. afd.cdt. krijgt nu opdracht zich met zijn afdeeling zoodanig te
verplaatsen, dat tijdig de daarvoor in aanmerking komende op-
stellingsplaatsen zijn bereikt, om van daaruit den naderingsmarsch
van de divisie zoo goed mogelijk te beveiligen. Als regel zal de
afd.cdt. moeten beslissen of hij de opdracht zal uitvoeren door
telkens op de opstellingspunten de stukken in stelling te brengen,
of dat kan worden volstaan met het uitvoeren der noodige ver
kenningen, terwijl de afdeeling in afwachtingsopstelling blijft
staan.
Pantserajweer bij den aanval.
Ook tijdens den eigenlijken aanval acht Von Schell het in stelling
brengen van het pag. tegen die terreindeelen, waar een tegenstoot
van vijandelijke pantserkrachten is te verwachten, te verkiezen
boven het verdeelen van de pag.cie. over de voorbatn. Aan dit
vastleggen van de pag.cie. voordat men weet waar een tegenstoot
zal komen, is natuurlijk een gevaar verbonden; de schrijver van
„Kampf gegen Panzerwagen" heeft dat wel onderkend en zegt
hieromtrent „Daar echter in het gevecht vew.aanvallen meestal
verrassend en met voortvarendheid zullen worden uitgevoerd,
bestaat bij het tevoren vastleggen van de afweermiddelen aan
bepaalde terreindeelen ongetwijfeld het gevaar, dat de afweer
middelen niet op den juisten tijd op de juiste plaats aanwezig
zullen zijn". Hij accepteert echter dit nadeel. Hiermede kunnen
337