wij niet geheel instemmen. Zonder te willen beweren, dat bij
den aanval steeds een schematische indeeling van 1 sie.pag. bij
elk der voorbatn. en 1 sie. bij de reserve zal moeten plaats vinden,
willen wij er toch op wijzen, dat men tijdens den aanval veelal
tot decentralisatie gedwongen zal worden. Bij den opzet van den
aanval weet de A.B. niet, waar vijandelijke pantserkrachten zullen
optreden, tenzij slechts één terreinstrook zich daarvoor eigent, in
welk geval het „systeem Von Schell" aanbeveling verdient. Is er
echter meer dan een mogelijkheid, dan zal o.i. de reg.pag.cie. dien
overeenkomstig over de voorbatn. moeten worden verdeeld, waar
bij in samenwerking met de tankbuksen het reg.pag.
evenals bij de verdediging voor het opvangen van den eersten
stoot zal dienen, in afwachting van den door het div.pag. te ver-
leenen steun. Treedt een reg.pag.cie. overeenkomstig het voren-
vermelde op een breed front op, dan zal een eenhoofdige leiding
uitgesloten zijn, daar de pag.cie.cdt. toch geen invloed op zijn
sien. zal kunnen uitoefenen.
Pantserafweer bij marcheerende colonnes.
Reeds op grooten afstand van 's vijands hoofdmacht bestaat
de mogelijkheid, dat een marschcolonne aanraking krijgt met
vijandelijke paun. en vewn. De maatregelen tegen pantserkrachten
dienen dan ook een belangrijk onderdeel te vormen bij de beveili
ging van marschcolonnes.
Genoemde maatregelen moeten zoowel gericht zijn op de
beveiliging in front als op de flank. V.w.b. de beveiliging in front
waarvoor door de voorhoede zorg wordt gedragen onder
scheiden wij twee methoden
le. De pag.cie. wordt secties-, c.q. stuksgewijze over de colonne
verdeeldde pag.eenheden komen onder de bevelen van
de cdtn. der onderdeelen van de voorhoede.
2e. De pag.cie. blijft onder commando van haar eigen cdt. de
sien. worden échelonsgewijze in stelling gebracht en ver
plaatsen zich op bevel van den cie.cdt.
Bij de eerste methode wordt het pag. dus over de colonne
verdeeld in de eerste plaats bij de spits en verder bij voortroep
en hoofdtroep, op de wijze, zooals het A.T.V. aangeeft voor de
bestrijding van pantserstrijdkrachten met de 12,7 mm mitrn.
Zoodra vijandelijke pantserstrijdkrachten door speciaal daarvoor
aangewezen waarnemers worden gemeld, komen de wapens in
stelling.
Bij de tweede methode komt 1 sie. in front vóór de spits (bijv.
t.h.v. de beveiligende cavalerie) in stelling en wel bij voorkeur
zoodanig, dat tevens eventueele zijwegen onder vuur genomen
kunnen worden. Zoodra de voorste infanterie ter hoogte van
deze sectie is gekomen, moet de 2e sectie voorwaarts (wederom
338