1. MONUMENTEN-SERIE.
4 EN 5. VAN HEUTSZMONUMENT.
GENERAAL J. B. VAN HEUTSZ.
Joannes Benedictus van Heutsz werd 3 Februari 1851 te
Coevorden geboren. Den 13en Augustus 1872 werd hij als 2e
Luitenant geplaatst bij het 6e Regiment Infanterie te Breda.
Toen de Atjeh-oorlog uitbrak, vroeg en verkreeg hij over
plaatsing bij het Koninklijk Ned.-Ind. Leger hij vertrok in Sep
tember 1873 naar Indië om in November 1874 voor het eerst
kennis te maken met het gewest, dat hem naam en roem zou
bezorgen.
Van 'Heutsz begon zijn intrede bij het roemruchtige 3e Bataljon
Infanterie reeds bij Kon. Besluit van 12 November 1875 nr. 18
werd hij voor zijn moedig en voorbeeldig gedrag tijdens een
nachtelijke actie tegen gampong Lam Ara, benoemd tot Ridder
4e kl. der M.W.O., terwijl hij in hetzelfde jaar werd aan
gewezen als Adjudant van den tweeden bevelhebber om in
October als Adjudant bij den Staf te Koetaradja over te gaan.
Na de studiën aan de Hoogere Krijgsschool gevolgd te hebben,
keerde Luitenant Van Heutsz in 1883 naar Indië terug, werd in
1886 bevorderd tot Kapitein, vertrok in 1889 weer naar Atjeh als
Chef Staf van Generaal Van Teijn, onderscheidde zich door zijn
besluitvaardigheid tijdens de Idi-expeditie in Mei-Juni 1890 en
werd het jaar daarop op eigen verzoek overgeplaatst naar het
11e Bataljon Infanterie te Meester Cornelis. Intusschen had hij
voor wederom betoonde dapperheid bij K. B. van 26 Juni 1890 nr.
27 de Eeresabel weten te verwerven. In 1893 gaf hij zijn bekende
brochure uit betreffende de onderwerping van Atjeh, waarin
voorkomen de bekende woorden De Atjeh-oorlog knaagt aan ons
koloniaal hezit, hij moet eindigen
Hetzelfde jaar vertrok de Majoor Van Heutsz met buiten-
landsch verlof om in 1895 als Luitenant-Kolonel geplaatst te
worden te Medan. Op advies van Dr. Snouck Hurgronje, die in
Van Heutsz den eenige zag, in staat om de ideeën van den
geleerde te verwezenlijken, werd hij na Teukoe Oemars afval
voor de derde maal naar Atjeh gedirigeerd, waar hij op 16 April
1896 aankwam. Zijn militaire eigenschappen als Colonnecom
mandant bij verschillende excursies tegen Oemars troepen en
later (1897) als Commandant van de Mobiele Colonne te Indra-
289