369
aan den heer Bajetto. De geacnie afgevaardigde zal hebben gelezen,
dat onlangs drie van onze bommenwerpers in den Vogelkop op
Nieuw-Guinea zijn geland dat was de eerste keer, dat onze bom
menwerpers op Nieuw-Guinea verschenen. Als men bedenkt, dat
onze bommenwerpers, opstijgende van de hoogvlakte van Bandoeng,
binnen 4 of 5 uur kunnen zijn in het gebied der olie-havens ter
Oostkust van Borneo, op gemiddeld 1300 a 1400 km afstand en dat
zij op betrekkelijk korten afstand daarvan, in de binnenlanden van
Borneo, een veilige luchthaven vinden, dan begrijpt men de betee-
kenis van mijn woorden, als ik spreek van de verlengde gewapende
vuist van het Indische leger.
Over de vraag, of aan de luchtmacht jaehtkruisers moeten wor
den toegevoegd, kan ik op het oogenblik geen uitsluitsel geven.
De vraag is nog in overweging en studie bij de Indische Regeering,
ook in verband met de daaraan verbonden zeer belangrijke finan-
cieele consequenties.
De heer Bajetto heeft mij ook gevraagd of er oefeningen plaats
vinden in samenwerking met de marine. Ik kan hem daaromtrent
geruststellen.
Bijzondere aandacht is geschonken door dien geachten afgevaar
digde en door den heer van Poll aan de verdediging van Soerabaja,
te recht, omdat Soerabaja onze belangrijkste en best uitgeruste oor
logshaven is. Uit dien hoofde is de bevestiging en verdediging van
Soerabaja uit algemeen defensie-oogpunt van zeer groote beteekenis.
Het spreekt vanzelf, dat de verdediging van Soerabaja de zeer
ernstige aandacht heeft van het Indisch legerbestuur en dat aan de
verbetering en uitbreiding van die bevestiging is en nog steeds wordt
gewerkt.
Nu heeft de heer van Poll er op gewezen, dat de verdediging een
zekere lacune vertoont in verband met de afwezigheid van zware
batterijen. Ik wijs er op, dat aanschaffing van zoodanige batterijen
zou kosten tientallen millioenen en dat de exploitatie daarvan zou
kosten millioenen, omdat zoodanige batterijen zouden moeten worden
bevestigd door werken daaromheen, waarin infanterie zou moeten
worden gelegd.
Bovendien is omtrent de vraag of zoodanige zware batterijen een
voldoende bescherming zouden geven bij in- en uitvaart van de
oorlogsvloot en van de handelsmarine, verschil van inzicht mogelijk
en onder deze omstandigheden moet men zich onmiddellijk afvragen,
zijn die zeer groote uitgaven wel verantwoord
Er bestaat geen verschil van inzicht omtrent de vraag of het
nuttig zou zijn in het ooster- en westervaarwater kunstmatige
eilanden te bouwen en daarop zware batterijen aan te leggen. Een
dergelijke voorziening kost echter weer veelvouden van hetgeen
zware batterijen aan den wal zouden kosten en ten aanzien van
deze voorziening moet ik zeggen, dat zij de grenzen van het redelijke
overschrijdt.
Ik heb bij de algemeene beschouwingen gezegd, dat wij bereid
zijn ons te wapenen tot de grenzen van het redelijke en nu meen
ik, dat een dergelijke voorziening de grenzen van het redelijke over
schrijdt, ook in verband met de vele andere voorzieningen op allerlei
gebied, welke het Indisch Gouvernement moet treffen en waarop
zooeven de heer Joekes terecht in dit verband gewezen heeft.
Men kan ten slotte niet alles opofferen aan de defensie. Ik heb
reeds verleden jaar in de Eerste kamer gezegd, dat ik niet van Indië
wil maken een leger en vloot met een land er achter.
Er bestaat te meer aanleiding in dit opzicht eenige voorzichtig
heid te betrachten, als men in aanmerking neemt, dat nu pas weer
een aanvullingsbegrooting den Volksraad heeft gepasseerd van 30