372
Ie. Voertuigen rijden zonder eenig verband.
Iedere bestuurder rijdt het tempo, dat voor zijn voertuig het beste is
snelle wagens passeeren de langzame. Een voordeel van dit systeem is, dat
vij. vlgn. moeilijk storend kunnen inwerken. Een nadeel is, dat men weinig
overzicht heeft over de vordering van den marsch de verbanden komen
door elkaar. Het systeem is niet geschikt voor de verplaatsing van een
div.. maar kan door de zich meer achterwaarts bevindende „diensten
worden toegepast.
2e. Verdeeling in marschvakkenwelke op bepaalde tijdstippen moeten
worden doorschreden.
Op bepaalde tijdstippen worden de marschvakken door mf.onderdeelen,
art.onderdeelen enz. betreden en weer verlaten. Voordeelmen heeft een
goed overzicht over de vordering van den marsch. Nadeeleen stoimg
werkt op de volgende af deelingen door om dit te voorkomen worden afstan-
den tusschen de groepen genomen, hetgeen echter den marschduur verlengt.
3e. Het onderhouden van vastgestelde afstanden
Elk voertuig blijft op een vastgestelden afstand achter zijn voorganger
het houdt halt, wanneer vóór halt wordt gehouden enz. Voordeel: groote
overzichtelijkheid voor den cdt. weinig vermoeiend voor de bestuurders.
In het algemeen geeft men in Engeland aan dit systeem de voorkeur.
4e. Verdeeling van den troep in kleine groepen.
Komt overeen met het onder 3e vermelde systeem, m.d.v. dat ook tusschen
de onderdeelen bepaalde afstanden worden onderhouden.
Wordt een geheime nachtmarsch uitgevoerd, dan alleen de hoogst noodige
verlichting, hetgeen voor de bestuurders zeer vermoeiend is. Overdag is
bij een marschduur van 3 uren of mindereen rust niet noodig bij langere
marschen na 3 uur, 15 min. rust. Bij marschen van meer dan 160 km, een
groote rust van 1 uur.
Voor de verkeersregeling zijn om de 16 a 24 km verkeersposten gedekt
op te stellen; een post bestaat uit: 1 off., 1 onderoff., 1 schrijver, 1 rijwiel,
1 pat. op auto en 4 radiotelefonisten op rijwiel.
Bij marschstoringen wordt veel van de zelfstandigheid van de bestuur
ders geëischtde aanwezige officieren moeten snel ingrijpen door het ver
voer om te leggen en de storing op te heffen. Groote omtrekkingen mogen
slechts door cie.cdtn. en hooger worden bevolen.
Gewezen wordt op den samenhang tusschen ruimte en tijd. Een uur mar-
öheeren is voor troepen te voet 4 km, voor gemot, troepen 24 km. Ook de
dichtheid waarmede de weg met voertuigen wordt bezaaid, is een belang-
rijke factor.
Het is voor den waarnemer uit de lucht een groot verschil or per rnij
5 of 10 vortuigen op een weg rijden. Het eerste geval geeft meer veilig
heid een reg.art. dat zoo marcheert, wordt niet ontdekt. Regelmatige
afstanden vereenvoudigen de verkenning, doch vormen bij een dichtheid
van 5 voertuigen per mijl geen bezwaar men heeft dan weinig van bom
bardementen en aanvallen in scheervlucht te vreezen. (M.W. nr. 26, Dec. 38).
Kanonvlgn. contra pantsertroep.
In K.K.T. van Dec. 38 heeft een S. de vraag gesteld, of luchtaanvallen
tegen pantsertroepen een gevaar beteekenen, waardoor sterkere pantsers
en begeleidend ld.gs. noodig worden. S. komt tot de conclusie, dat kanon
vlgn. niet een zoodanig gevaar vormen voor pantserkrachten dat deze
daardoor waardeloos worden en oogenblikkelijk sterkere zij- en bovenpan -
sers zouden moeten worden geëischt. Een pantseraanval met steun van
alle wapens en deelname van vlgn. en ld.gs. op „Selbstfahrlafetten word
door kanonvlgn. niet ernstig bedreigd. Bij nieuwe constructies kan men
niettemin met het vliegergevaar rekening houden wobei Stromlimentor-
mige Panzerung vorgeschlagen wird". (M.W. nr. 30, Jan. 39).