376 Voorts 10.5 hw. L/24 Creuzot, max. V0 545 m/sec., dracht 13 km proj.gew. 16 kg; gew. 2310 kg, in stl. 1940 kg; schootsveld hor./vert.-5° tot 65°/54°. Dit gs. zou evenals vroeger in Mansjoerije goed voldoen; gelet op het groote gew. is deze uitspraak eenigermate in strijd met S's opmerking t.a.v. den 7.5 L/40. 4. Middelbaar lang en krombaan gs., t.w. 10.5 cm Arisaka (dracht 15 km), 10.5 cm M 1930 (dracht 18 km, mot.tractie) en 15 cm hw (dracht 9 km pd.tractie) van verschillende typen. W.M. 1 bevat een belangwekkende verhandeling over „Neuzeitliche Artillerieeine Schrifttumübersicht", waarin dr. Fisscher tal van gegevens verstrekt over de ontwikkeling van de art. tijdens en sedert den wereld- oorlog. S. is van oordeel, dat deze ontwikkeling, gestimuleerd door de toenemende industrialisatie, uiteindelijk zal leiden tot „minimale Infanterie maximale Artillerie" de eindtoestand zal zijn bereikt zoodra de stoot kracht van de inf. niet verder kan worden verzwakt. Hij wijst er op, dat het D. L.K. in 1914 25.000 gwn. telde op 144 lt.- en 16 zw. vuurmonden, d.i. de zw. dubbel gerekend 1 stuk per 142 man het Fr. L.IC. 1040 zal 9.000 gwn. sterk zijn op 108 lt. en 90 zw. vuurmonden, d.i. berekend als voren 1 stuk per 33 man (deze becijfering is geflatteerd de stoot kracht zetelt niet alleen in de gw.dragersde Russen achten per km aanvalsjront 2.000 bajonetten en 60 stukken noodig, d.i. 1 per 33 man gnl. v. Eimannsberger stelt nog hoogere eischen per km aanvalsfront 90 vuur monden en 40 vechtwagens. Tactisch gebruik. Nog al te vaak aldus mj. Gade in Die Feuerwalze (A.R. /2/'38 en l/'39) maakt men zich onjuiste voorstellingen van het gebruik en de gebruiks mogelijkheid van de vuurwals. Zoo hangt het met deze vuurwijze te berei ken succes niet alleen af van het t.o.v. de vij. inf. bereikte resultaat, doch mede van de mate, waarin de vij. art. wordt neergehouden. Alvorens tot haar toepassing te besluiten, dienen de volgende zaken te worden over wogen 1laat het av.ter. gebruik van de vuurwals toe (een voor de inf. gunstig ter. is voor de art. als regel ongunstig en omgekeerd) 2. de sterkte van de vij. stl., ook v.w.b. de vij. art. 3. de breedte van den aan- valsstrook in verhouding tot de sterkte der beschikbare art., zoowel voor het afgeven van de vuurwals als voor art.bestrijding 4. zijn voldoende art.vk— en wgmiddelen beschikbaar 5. heeft men voldoenden tijd voor de uitgebreide voorbereidingen 6. is geheimhouding verzekerd. Nimmer zal voldoende art. beschikbaar zijn voor het gelijktijdig afgeven van de vuurwals en het neer slaan van de vij. art. dit laatste zal daarom tevoren moeten geschieden; tijdens den av. kan men zich dan beperken tot het neerhouden daarvan. Eerstgenoemde taak kan men uitvoeren door vuur uit te lokken van de vij. bijn., bijv. door een schijnav. te ensceneeren, en dan elke ontdekte bij. te bestrijden. Bij handig en snel reageeren van den vij. („Wanderbatterien") zal het beoogde doel niet worden bereikt, terwijl tevens de verrassing verloren gaat. Beter is het. met alle middelen het vaststellen van een zoo groot mogelijk aantal vij. bijn. na te streven^ en deze kort voor den av. met 1 afd. per bij. neer te slaan, waarvoor S. per bij. 15 voldoende acht. Zelden zal de sterkte van de beschikbare art. toelaten, alle vij. bijn. ineens te bestrijdenmen zal dit, binnen bepaalde tijdgrenzen, achtereenvolgens moeten doen. Daarna is 1 bij. per vij. bij. voldoende voor het neer houden van de vij. art. Hoe verkrijgt men de beschikking over de benoodigde art. De Fr. methode is, de art. van de av.divn. te ver sterken met die van divn. in 2e lijn (Zie o.a. het aanvalsschema van gnl. Buchalet, I.M.T. 1937. blz. 1141), met als nadeel volgens S. dat deze divn. bij haar inzet op het gevechtsveld verband moeten opnemen met haar eigen art. versterking van de organiek ingedeelte art. met die van hoogere eenheden verdient daarom de voorkeur. Ter illustratie geeft S. het hier onder schematisch weergegeven voorbeeld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 92