389
gelijke sanatoria niet zijn, kunnen militaire patiënten op staatskosten in
particuliere ziekenhuizen of sanatoria worden opgenomen.
Luftfahrt medizinische Abhandlungen, Band II 1938, Heft 3/4. „Über den
Einflusz von Alkohol, Nikotin und Schlafmangel auf die Höhenfestigkeit"
door H. Lottig.
Uit een reeks proeven, welke werden genomen in het Instituut voor
Luchtvaartgeneeskunde te Hamburg-Eppendorf is komen vast te staan, dat
de invloed van geringe tot matige doses alcohol en nicotine op het weer
standsvermogen tegen het vliegen op groote hoogte niet belangrijk is. Gebrek
aan slaap, vooral als dit gepaard gaat met een rijkelijker gebruik van
genoemde genotmiddelen, bleek daarentegen zeer nadeelig te zijn. Bij de
helft der proefpersonen kon onder dergelijke omstandigheden een aanzienlijke
vermindering der „Höhenfestigkeit" worden waargenomen, terwijl voorts
de hoogere psychische functies zoodanig bleken te hebben geleden, dat het
besturen van een vliegtuig, vooral indien op grootere hoogte moet worden
gevlogen, niet zonder ernstige gevaren meer mogelijk was.
In hetzelfde tijdschrift geeft W. Bfannenstiel de resultaten van zijn dier
proeven over den invloed van het vitamine-C op het weerstandsvermogen
tegen groote hoogte. Hij komt op grond van zijn bevindingen tot de slotsom,
dat vitamine-C in geringe doseeringen dit weerstandsvermogen doet stijgen
en in zekeren zin in de plaats kan treden van het trainingseffect van her
haalde opstijgingen. Overdoseering zou echter beslist schadelijk werken.
Ten slotte bericht Th. Roth uit de kliniek van Curschmann in Rostock
over een tweetal frapparte gevallen van koolmonoxydevergiftiging in vlieg
tuigen. In beide gevallen werd de bestuurder na een vlucht van 650 km
bewusteloos en stortte neer. Bij een hunner kon 6 uur na het ongeval het
koolmonoxyde nog spectroscopisch in het bloed worden aangetoond. De
berichtgever raadt aan bij alle moeilijk verklaarbare vliegongevallen het
bloed der slachtoffers te laten onderzoeken op de aanwezigheid van CO.
S.
11. VAN HET WERELDTOONEEL.
Toen president Roosevelt omstreeks Nieuwjaar verklaarde, over onrust
barende inlichtingen te beschikken omtrent in Europa op handen zijnde
gebeurtenissen, vond deze met een waas van groote geheimzinnigheid
omgeven mededeeling weinig geloofhet vermoeden rees, dat zij voor
binnenlandsch gebruik was bestemd. Ook nu weten wij nog niet, of zij
betrekking had op hetgeen zich in Maart met een voor velen verrassende
snelheid in Midden-Europa heeft afgespeeld. Minder verrassend echter voor
hen, die zich bij de beoordeeling van die gebeurtenissen niet bepalen tot
het huidige ©ogenblik en eenig inzicht hebben in de verhoudingen zooals
deze zich in den loop der eeuwen ontwikkelden. De geschiedenis leert, hoe
de Magyaren een kleine duizend jaar geleden de bestaande orde in het
Donau-bekken omverwierpenwel werd hun een halt toegeroepen door
het Slavische rijk van Swatopluk, waarin Slovakije den boventoon voerde,
doch dit viel kort daarop uiteen. Slovakije verdween vrijwel geheel van
het tooneel het opkomende Boheemsch-Moravische rijk verloor zijn
zelfstandigheid al spoedig toen de Germaansche vloed opzette, die de bij
de Volksverhuizing aan de Slaven gelaten gebieden tusschen Weichsel en
Elbe weder overstroomde. Steeds is de mate van zelfstandigheid van het
koninkrijk Bohemen op en neer gegaan met de macht van het Duitsche rijk.