6. PROEVE VAN BEWERKING VAN DE 2de VRAAG TAC TIEK VAN HET TOELATINGSEXAMEN VOOR DE H. K. S. 1939 door J. D. DE RIEMER, 1ste Luitenant der Infanterie. I. OVERWEGINGEN VAN C.DET.A. 1. De sterkte van de te SOEKABOEMI uitgeladen roode tpn. bedraagt 1 reg. inf. met hulpwapens. Voor het vervoer per spoor van een dergelijke tpn.macht zijn, rekening houdende met de mogelijkheid dat een gedeelte (gemot, odn.) op eigen gelegenheid verplaatst is, ruw geschat een 10-tal treinen noodig. Stelt men den duur van het uitladen per trein op 1% uur en neemt men daarbij in aanmerking dat om 14.00 nog spoorweg vervoer O. van SOEKABOEMI plaats vond, dan volgt daaruit, dat er voor vandaag weinig kans bestaat op optreden van s vijands hoofdmacht buiten SOEKABOEMI. Neemt men bovendien in aanmerking, dat om 14.00 nog geen tpn. W. van genoemde plaats waren waargenomen, dan is het zelfs niet onmogelijk te achten, dat 's vijands hoofdmacht niet voor het aanbreken van den volgenden dag zal opmarcheeren. 2. Hoewel Wr.l om 16.00 nog geen aanraking met vij. troepen heeft gehad, verschaft dit bericht C.Det.A. geen zekerheid, dat geen vij. lichte- of gemot. tpn. in het terrein W. van de brug over de K. TJIPELANG (222 219) aanwezig zijn, omdat hem niet bekend is hoe ver zich de door C.Wr.l genomen veiligheids- en verkenningsmaatregelen in O.-richting uitstrekken. Hij moet er rekening mee houden, dat vooruitgeschoven roode tpn. zich in het terrein W. van de brug bij pl. 9x/2 (222 219) kunnen bevinden. Gezien de geringe sterkte van Wr.l en de omtrek- kingsmogelijkheden, welke het terrein biedt, is het in dat geval niet uitgesloten, dat een min of meer sterke afdeeling lichte 34 7 J) Bij de bewerking van deze vraag werd uitgegaan van de oude organi satie van het reg. en het bat.inf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 63