of
z.D sin (a, a2) x.d, sin a2 y.d2 sin a,(13)
uit (13) volgt:
n d' 8 n d' Sl° °l y(14)
D sin (a, a2) D sin (a, a2)
Daar D, di, d2, aii en a2 constanten zijn, die afhangen van de
plaats van de batterij, het doel en de waarnemingsposten, mag
men hiervoor schrijven
z Ax By (15)
waarin A en B constanten voorstellen.
Bij het opstellen van formule (15) is uitgegaan van de aanname,
dat Wi en W2 aan weerszijden liggen van de lijn, die de batterij
met het doel verbindt.
Indien Wi en W2 aan de zelfde zijde van deze lijn gelegen zijn,
terwijl W2 de post is met den grootsten horizontalen waarnemings-
hoek (fig. 2), veranderen de formules (1), (2) en (3) in:
SS0 z.D DS sin (p a2)(la)
SS, x.d, DS sin (p a2 a,) (2a)
SS2 y.d2 DS sin p(3a)
Waarna formule (14) overgaat in
D sin (a2 a,) U sin (a2 a,)
en formule (15) in
z Ax By (15a)
De formules (15) en (15a) kunnen worden voorgesteld door
a. een nomogram met drie evenwijdige rechte schaaldragers J)
3),
b. een grafiek met een bundel evenwijdige rechte lijnen (fig. 4).
3. a. Het nomogram.
Daar de constanten A en B van formule (15)bekend zijn, zou
het theoretisch mogelijk zijn een nomogram te construeeren,
waaruit, aan de hand van één enkel schot, dat door de twee waar
nemingsposten Wi en W2 wordt waargenomen, de correctie voor
de zuivere zijdelingsche richting te vinden is. Een dergelijk nomo
gram zou slechts voor één doel gelden en het zou onmogelijk zijn,
zelfs al was de plaats van het doel nauwkeurig bekend, „du mo
ment" een nomogram voor dat doel te construeeren. Dit is echter
geheel onnoodig, daar dit nomogram evenzeer experimenteel te
construeeren is. Bij het zoogenaamde grafiekschieten heeft dit
399
z Jzsi.
b Zie J. C. G. Nottrot
formule (III).
Leerboek der Nomografie, 1930, blz. 75 62