nu plaats (de naam „nomogramschieten" ware wellicht daarom
beter)
De schalen voor x en y worden gekozendit zijn twee evenwij
dige rechte schaaldragers. Overigens is bekend, dat de z-schaal
drager een rechte lijn is, evenwijdig aan de beide anderen.
Met een zelfde zijdelingsche richting (z) worden door het direc
tiestuk twee schoten op een verschillenden afstand afgegeven. De
beide stellen waarnemingen x1; y1 en x2, y2 van Wi en W2 worden
op de x- en y-schaaldragers t.o.v. het nulpunt uitgezet (waar
neming rechts links en richting 0). De overeen
komstige waarnemingen worden door lijnen verbonden, waarna
het snijpunt P wordt verkregen (fig. 5). Daar de beide schoten
met een zelfde z zijn aangegeven, moeten de beide verbindings
lijnen van den z-schaaldrager een zelfde waarde van z afsnijden.
Het snijpunt P behoort dus bij deze waardede z-schaaldrager
loopt door dit snijpunt en is, zooals hierboven vermeld, evenwijdig
aan de x- en y-sohaaldragers. Indien dit snijpunt aan de -)- zijde
van de 0-0 lijn is gelegen loopt de zijdelingsche richting rechts
van het doel.
Om thans de z-schaal te vinden wordt de zijdelingsche richting
met een bekend bedrag (a °/oo) gewijzigd en een derde schot afge
geven. De waarnemingen x3, y3 worden uitgezet en door een lijn
verbonden (fig. 6). Het snijpunt van deze lijn met den z-schaal
drager geeft de nieuwe waarde van z aan (punt Q). De verplaatsing
van P naar Q komt nu overeen met het bekende bedrag van a °/oo-
Door interpolatie kan de juiste zijdelingsche richting gevonden
worden, welke wordt gecontroleerd door een of meer proef-
schoten, waarbij de lijnen, die de waarnemingen verbinden door
het O-punt van de z-schaal moeten gaan.
Indien, in het geval dat Wj en W2 aan dezelfde zijde van de
schootslijn zijn gelegen, het nomogram zou worden geconstrueerd,
zou blijken, dat de z-schaaldrager thans niet tusschen den x- en
y-schaaldrager is gelegen, doch daarbuiten. Dit kan veroorzaken,
dat de constructie niet in de beschikbare ruimte tot stand
gebracht kan worden of op zijn minst onnauwkeurig wordt.
De formule (15a) is gelijk aan (15) met uitzondering van het
teeken van y (de post met de grootste a De formules zijn geheel
aan elkaar gelijk te maken door de waarnemingen van W2 in zin
om te draaien, dus rechts om te wisselen met links en
omgekeerd. Indien dit geschiedt vindt de constructie op geheel
de zelfde wijze plaats als hierboven beschreven, terwijl de ligging
van P thans eveneens den zin van de afwijking van de zijdeling
sche richting aangeeft t.o.v. de juiste.
b. De grafiek.
De tweede wijze om formule (15) voor te stellen is door middel
van een bundel rechte lijnen. Immers, indien aan z een bepaalde
401