Indien de waarnemingen worden uitgezet op een assenstelsel, waarvan de assen onderling een hoek maken gelijk aan (a, a2) bij een ligging der posten aan weerszijden van de schootslijn of gelijk aan (as a,) bij een ligging der posten aan de zelfde zijde komt de methode zeer veel overeen met trefferblad schieten. De geconstrueerde lijnen zijn dan afbeeldingen van de zijdeling- sche richtingen op het terrein. Het is duidelijk, dat de beide beschreven constructiemethoden theoretisch eveneens gebruikt kunnen worden om den juis- ten artilleristischen afstand naar een doel te vinden, doch in de practijk zou dit zonder een groot munitieverbruik onmogelijk blijken. Om de juiste zijdelingsche richting door interpolatie te kunnen vinden, 'dient een bekende verandering van zijdelingsche richting als grondslag. Daar de breedtespreiding zeer gering is kan telkens één schot bij de constructie dienen. De lengtespreiding is daarentegen dermate groot, dat, om een betrouwbare basis te verkrijgen, instede van drie schoten, drie groepen van 8-12 schoten afgegeven zouden moeten worden, waar van telkens het gemiddelde werd gebruikt. 4. Beschouwingen over beide methoden. Ie. Bij het afleiden van de formule is uitgegaan van de ver onderstelling, dat S in de nabijheid van het doel valt. Indien hier aan niet voldaan wordt treden onnauwkeurigheden op. Bij ieder schot zal a2, di, d2, en D een andere waarde hebben, welke wederom afwijkt van die behoorende bij het doel. De zijdelingsche richtingen behoorende bij de schoten zijn niet evenwijdig aan elkaar, doch komen 'in de batterij samen. 2e. In verband hiermede mag het bedrag van a °/oo niet te groot worden gekozen, de maat aangegeven in onze voorschriften (10 %o) blijkt in de practijk gunstig te zijn. 3e. Het is gewenscht, dat de richting van het 3e schot aan de andere zijde van het doel loopt als die van het Ie en 2e, daar dan de schoten dicht in de nabijheid van het doel vallen. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan is het wenschelijk de geheele constructie opnieuw te beginnen met een nieuwe serie schoten. 4e. Thans wordt voorgeschreven in het V. s. art. I, dat het afstandverschil tusschen het le en 2e schot 100 m moet zijn. In het H.s. art. wordt vermeld, 'dat de methode bruikbaar blijft indien het afstandverschil tusschen de schoten 10 van de dracht niet overschrijdt. In het Fransche schietvoorschrift wordt een maat van 2 a 4 „fourchettes" 4 a 8 X ls,-o) aangegeven. Het is duidelijk, dat er eenerzij ds voor gezorgd moet worden, dat het le en 2e schot voldoende ver uiteen vallen opdat het niet zal voor komen, dat zij nagenoeg de zelfde waarnemingen geven. Ander- 403

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 15