Het antwoord daarop luidt „neen"'. Wanneer men de verschil lende krachten beschouwt, welke hij het achteruit loopen van het beweegbare gedeelte een rol spelen, dan zal men ook inzien, dat dit achteruit loopen onmogelijk rustig en geleidelijk kan geschie den. Het staartstuk wordt bij den terugloop naar links en rechts geslingerd en bovendien nog op- en neer gewipt. Laat ons thans nagaan, welke krachten ten gevolge van de noodzakelijke beweging van den afsluiter tijdens den terugloop op het beweegbare gedeelte worden uitgeoefend. Door de werking van de slagpinveer, welke de slagpin zich doet afzetten tegen de slagwip tot deze niet. meer achteruit kan en daardoor den afslui ter naar boven drukt, zal bij geheel ingeloopen beweegbaar gedeelte de geleinok van den afsluiter rusten tegen de onderzijde van de bovenste prismatische nok op het vooreinde van de gelei- plaat. Door de mogelijkheid van de heen- en weergaande bewe ging om haar excentrische as, en wederom door de werking van de slagpinveer, zal de afsluiter de patroon goed aandrukken in de kamer van den loop. Wanneer de slaghamer op den kop van de slagwip valt, zal deze naar voren draaien, daarbij de slagpin voor zich uit drijvend, waardoor de slagpinveer nog meer wordt ingedrukt en de afsluiter dus zelf zoo mogelijk nog wat meer naar voren gaat. Daardoor komt het, dat men bij het M.15 wapen steeds verzekerd is van een goede ontsteking. Of de slagpin dus hoog of laag slaat in het slaghoedje is van verschillende factoren afhankelijk, nl. van de tolerantie van de onderzijde van de bovenste der beide voorste prismatische nokken van de geleiplaat ten opzichte van de afmetingen van de gelei plaat en verder van de afmetingen van de geleinok van den afslui ter, t.w. of deze aan de bovenzijde min of meer afgeplat is en verder van toleranties van het centrum van deze nok ten opzichte van de overige afmetingen van den afsluiter. Hoe hooger de druk in den loop wordt, des te meer de afsluiter op zijn as achteruit gaat, zoo lang tot zijn bolle achterkant geheel is opgedrukt in de daarvoor bestemde uitholling in de achterzijde van het staartstuk (hierdoor wordt bereikt dat de einden van de afsluiteras, welke in de zijwanden van het staartstuk rusten, geen groote krachten te verwerken hebben deze as kan daardoor dun zijn). Van het oogenblik af dat de afsluiter tegen het staartstuk drukt zal het geheele beweegbare gedeelte aan de achteruitgaande beweging deelnemende slagwip heeft dus een evenwichtsstand ingenomen tusschen een nog meer ingedrukte slagpinveer en de slagveer. Zoodra het beweegbare gedeelte 12 mm achteruit is geloopen, is de slaghamer 8° achterover gedrukt en opgeloopen tegen het spanstuk, daardoor de .slagwip geheel ontlastend van den druk van de slagveer logisch is dat de slagwip dan door de slagpinveer 407

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 19