Door het drukken van den uitwerpertand onder tegen de huls,
zal deze naar boven uitwijken tot dat haar bovenste beschrijvende
lijn in contact is gekomen met den bovenkant van de kamer
van nu af aan wordt het beweegbare gedeelte door den uitwerper
opgetild en worden de beide geleirichels van het staartstuk tegen
den bovenkant van de geleisponningen in de kast gedrukt. Het
naar links willen wentelen van het staartstuk ten gevolge van
het oploopen van de geleinok van den afsluiter wordt door dit
omhoogduwen tegengewerkt. Dit omhoogduwen is maximaal
geworden als de uitwerper bezig is achterover te kantelen het
beweegbare gedeelte is dan 30 mm achteruit gegaan.
Waar dit opdrukken van het staartstuk in het midden (onder
de zielas), geschiedt, is een wenteling om de zielas nog mogelijk,
mits de krachten, welke dit trachten te veroorzaken, groot genoeg
zijn.
Het oploopen van de uitwerperstangstift op de voor haar be
stemde verhooging van het uitwerperblok, doet de uitwerperstang-
veer maximaal indrukken. Omdat deze stift geheel links zit, zal het
staartstuk ten gevolge daarvan een wenteling rechtsom willen
makenhieraan kan toegegeven worden als de uitwerper
achterover geworpen en het omhoog drukken van het staartstuk
afgeloopen is de geleinok van den afsluiter is dan op het bovenste
horizontale deel van de middelste prismatische nok van de
geleiplaat gekomen.
Het beweegbare gedeelte steunt dus bij het laatste gedeelte
van den terugloop sterk op de maximaal omhoog gedrukte stift
van de uitwerperstang de linker geleirichel van het staartstuk
drukt tegen de bovenlijst van de geleisponning in de kast, de
rechter geleirichel op den onderrand van de rechter geleisponning,
m.a.w. het beweegbaar gedeelte helt naar rechts over. De pa
troonaanvoerder zal zich gedurende de eerste 16 mm van den
terugloop kalm houden, dan zal de voorste klauw in contact
komen met de voorzijde van de patroonaanvoerdernok in de kast
en nu zal het bovengedeelte een zeer groote versnelling in achter-
waartsche richting verkrijgenzoodra dit gaat gebeuren, is het
naar rechts trekken van het staartstuk door het omhoog komen
van de geleinok van den afsluiter nog niet geheel afgeloopen
daarbij drukt de patroonverdeelernok via de spanplaat het staart
stuk ook eenigszins naar rechts.
Het geven van een versnelling aan een lichaam, waarvan de
eigenlijke massa zoover van het draaipunt afligt, vereischt vrij
groote krachtendeze trachten werken den terugloop tegen en
zullen dus trachten het staartstuk naar links te drukken.
Men ziet hieruit dat het beweegbare gedeelte bij het achter
uit loopen een eenigszins slingerende beweging in een horizontaal
vlak zal maken. De geleirichels van het staartstuk en de gelei-
409