4. PANTSEE EN PROJECTIEL door R. VAN DER LEEST, Eerste Luitenant der Infanterie. In den wereldoorlog is op afdoende wijze de groote waarde van paun. en vewn. bewezen. Waar thans in vele landen zeer geper- fectionneerde afweermiddelen daartegen aanwezig zijn en ook het Kon. N.-I. Leger vechtwagens en afweerwapens is gaan invoe ren, komt het ons nuttig voor eens een blik te werpen op den alouden strijd tusschen pantser en projectiel. Bij onze beschouwingen ter zake zal het telkens weer opvallen, hoe moeilijk het is om een bepaald proces te reconstrueeren, gehinderd als we worden door vele omstandigheden en factoren waarvan de invloed onvoldoende is vast te stellen. Zoo vertoonen o.a. de voornamelijk op empirische gronden aangenomen pant serformules gebreken, welke bij de berekende uitkomsten in aanmerking moeten worden genomen. Al naar gelang van de dikte van het gebruikte materiaal kunnen we bij de bestaande vechtwagens een drietal typen onderscheiden, nl a. De lichte vechtwagen, met een voorpantser van maximum 15 mm; boven- en zijpantser zijn minder zwaar. In gunstige terreinen kan een snelheid van plm 30 km/uur worden ont wikkeld. b. De zware vechtwagens. Het voorpantser van dezen wagen is ongeveer 45 mm dik, waardoor dan ook een zeer hooge graad van veiligheid wordt bereikt. Aangezien echter het gewicht tot 50 ton nadert is de bewegingsvrijheid ook in verband met wegen en overgangen zeer gering, terwijl de snelheid onder goede om standigheden niet meer dan 10 km/uur bedraagt. c. De zeer zware vechtwagen. Hoewel de pantsers van dit type dikker zijn dan van B, spreken de daarbij genoemde be zwaren nog sterker. Voor de bestrijding van deze wagens worden in hoofdzaak twee soorten projectielen gebruikt, n.l. 1pantserprojectielen met of zonder springlading 2. brisantgranaten. 415

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 27