en c.q. vormveranderingen). Een voltreffer van een dergelijk klein
projectiel in de vitale deelen van een vechtwagen (drijfwerk en
motor) heeft dan als regel voldoende uitwerking om den wagen
tot stilstand te brengen. Als bijkomstige scherf werking* moet
worden genoemd het uitgestooten rondvliegende pantsermate
riaal, hetgeen vooral bij harde pantsers goed is waar te nemen.
Ook de hoek waaronder de projectielen een pantser treffen
is van grooten invloed op de uitwerking. Een algemeene regel
voor het bepalen van dien invloed laat zich niet vaststellen. Zeer
globaal kan men zeggen, dat een trefhoek van 45 graden in vele
gevallen het projectiel doet afglijden, terwijl eene trefhoek van
60 graden het doorslagvermogen tot ongeveer de helft vermindert.
Overgaande tot een bespreking van pantserplaten in het alge
meen kunnen we al direct opmerken dat de kwaliteit, juist als
bij de pantserprojectielen, ook hier van groot belang is. Als
gevolg van den langdurigen strijd tussschen pantser en projectiel
zijn daarbij een tweetal groepen ontstaan, waarbij vanzelfspre
kend ook de noodige tusschenvormen voorkomen.
Men kent dan
1. De betrekkelijk zachte taaie plaat van plm. 100 kg vastheid
en ongeveer 15 rek
2. De zeer harde, maar tevens broze plaat met een tweemaal
zoo groote vastheid en een rek van 5
Genoemde staalsoorten gedragen zich bij treffen door een pro
jectiel geheel verschillend.
Zoo zijn o.a. de taaie platen van groep 1 noodlottig voor bri-
santgranaten. Zelfs vrij groote springladingen hebben weinig
uitwerking hoogstens zal de detonatie aan de andere zijde van
het pantser een buil veroorzaken. De kans op scheuren en bar
sten is dan ook zeer gering. Een 7,5 cm granaat met een spring
lading van 0,6 kg slaat op 500 m bijv. slechts een pantser door
van 20 mm, terwijl daarentegen de 7,5 cm pantserprojectielen
van deze staalsoort weinig tegenstand ondervinden hetgeen o.m.
blijkt uit het feit dat tot 500 m een dergelijk projectiel 60 mm
van dit zachte taaie pantser vernielt.
Tegen de uitstekend geharde tweede groep pantsers vermag
relatief gesproken een pantser projectiel weinig uit te richten.
In ieder geval moet de projectielkop goed zijn gehard wil hij
niet de kans loopen om tegen dit staal te pletter te slaan. De
hooge detonatie-gasdrukken der brisantgranaten worden echter
door deze platen niet veerend opgevangen, zoodat er dan kans
is op scheuren e.d. Aanmaak en bewerking beide voor dit
harde staal met moeilijkheden gepaard gaande zijn juist daar
door oorzaak dat een universeel gebruik niet mogelijk is.
418