NanNing zouden naar Japanschen maatstaf tenminste 3 divisiën noodig zijn, tegen HanChung 2 a 3, voor den aanval op SzeChuan van ChangSha uit ten minste 4 a 5. Zoo zou men voor al deze ondernemingen te zamen een tiental divisiën noodig hebben. Wanneer men dit bedenkt, is het duidelijk, dat het Japansche leger geen kostbare pogingen doet om NanNing te nemen, waarvan het bezit niet den minsten invloed op de eind uitkomst van den oorlog kan hebben. Voor HanChung geldt hetzelfde. Dat de Japanners gaarne LangChow zouden bezitten is duidelijk. Niet alleen ligt daar het knooppunt der beide wegen naar Rusland, daar schijnt zich ook een belangrijk centrum van de Chineesche luchtmacht te bevinden. Of echter de krachtsinspan ning noodig om die plaats te bereiken welke op 600 km in vogelvlucht van TungKwan ligt opweegt tegen de voordeelen van het afsnijden der Chineesche verbindingen met Rusland, mag worden betwijfeld. Dan blijft de hoofdaanval op SzeChuan. Indien het den Japan ners zou gelukken die provincie te veroveren, en de Chineesche regeering daaruit te verdrijven, zouden zij niet alleen de grootste overwinning in dezen oorlog hebben bevochten, maar welhaast een beslissende overwinning hebben behaald, want daarna zou het voor die regeering zeer moeilijk worden het verzet in Oost- China te blijven leiden. Als de Japanners kans zien dit probleem op te lossen zullen zij zulks zeker niet nalaten. De eerste vraag is echter of zij de voor die operatie benoodigde troepen bij elkaar zullen weten te brengen, en de tweede, of zij in staat zullen zijn de aan die operatie verbonden technische moeilijkheden te over winnen. Na eene rustperiode van 3 tot 4 maanden hebben de Japanners eerst ten westen van de spoorbaan HanKowSinYang eenige offensieve operatiën verricht, en daarna van TeiAn uit NanChang genomen. Wat de bedoeling van de operatiën ten westen van HanKow was, is niet tenminste nog niet duidelijk. Aanvan kelijk leek het of een aanval op ShaSi aan de YangTze bedoeld was. Op den weg YinShengShaShi, zoowel als op den weg YinChengChungSiang (aan de Han-rivier) stelden de Japanners zich evenwel tevreden met het terugdringen van de Chineesche troepen tot op den west-oever der Han-rivier. Ook bezetten de Japanners AnLu. Dit alles speelde zich af in de eerste dagen van Maart, daarna keerde de rust daar terug tot in de eerste dagen van April, toen de Chineezen van ShaSi uit een offensief begonnen en op verschillende plaatsen de Han-rivier in oostelijke richting overschreden. Wat de Japansche actie betreft, krijgt men den indruk, dat daarmede slechts werd beoogd de Chineezen verder van de spoorlijn terug te dringen, welke thans tot SinYang in gebruik schijnt te zijn genomen. 427

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 39