17 Maart begonnen de Japanners bij verrassing' een offensief
ten zuiden van TeiAn. Dit met groote snelheid uitgevoerde offen
sief bracht in 10 dagen de belangrijke stad NanChang in hun
bezit.
De weg en de spoorbaan van KiuKiang loopen naast elkaar
vrijwel recht zuid naar het 130 km verwijderde NanChang, gelegen
aan de Kan-rivier. TeiAn op 18 October 1938 door de Japanners
genomen, ligt op 75 km van NanChang. Ten o. van weg en baan
ligt het PoYang-meer, naar het westen wordt het land spoedig
bergachtig.
Na 5 maanden van rust trokken de Japanners op 17 Maart bij
verrassing in 2 colonnes over de Siu-rivier, en verdreven de
Chineezen uit hun versterkte liniën ten zuiden daarvan. Drie
dagen later bereikten zij met vermijding van YungSin de stad
AnShih, en den 26sten met hun tanks het eindstation van den
KiuKiang-spoorweg op den w.-oever van de Kan-rivier, welk
station van NanChang uit te bereiken is over een 1500 m lange
ijzeren brug. Reeds waren de eerste tanks op de brug toen de
Chineezen een brugvak opbliezen en daarmede den opmarsch
tot staan brachten. De hoofdaanval werd echter niet langs den
hoofdweg gedaan. Zooals bij zoovele voorgaande gelegenheden,
trachtten de Japanners ook thans weer door eene omtrekking
hun doel te bereiken. Na de vermeestering van de Siu-rivierlinie
rukte eene colonne samengesteld uit tanks en gemotoriseerde
infanterie over TanKi op naar FengSin, welke stad op 22 Maart
viel. Tegen den onstuimigen aanval der tanks wisten de Chi
neezen thans evenmin weerstand te bieden als in April '38, toen
de Japansche tankcolonne van PengPu uit (ten w. van HsuChow)
de LungHai afsneed. Van FengSin uit bereikten de Jananners
waarschijnlijk alleen de infanterie den 26sten op een 25 km
ten z. van NanChang de Kan-rivier, waar alle booten op den
o.-oever bleken te zijn gehaald. Doch toen verscheen typeerend
voor Chineesche toestanden uit. het zuiden rond een bocht
van de rivier een sleepboot met tal van jonken achter zich, en de
kapitein van die sleep werd gedwongen zijn vaartuigen voor den
overtocht der Japanners beschikbaar te stellen. Na den overtocht
werd in o.-richting oprukkende de spoorbaan NanChangLiKiaTu
afgesnedenoprukkende in n.-richting werd den 27sten Nan
Chang binnengerukt. De Chineezen hadden de stad tijdig ont
ruimd.
Intusschen hadden de Japanners op 23 Maart ook WuCheng
genomen aan den mond van de Kan-rivier, waarna een 20-tal
oorlogsschepen aanving de versperringen in die rivier op te
ruimen. Zij bereikten den 2den April NanChang, natuurlijk met
de noodige aanvulling voor de verpleging en munitie. De moeilijk
heden met de verpleging der westelijk omvattende colonne waren
429