435
een divisie de afstand van de voorposten tot de voorste onderdeelen van
de hoofdmacht gemiddeld 5 km bedragen. Wij gaan o.i. ten rechte, zoover
niet. Bij een straalsgewijze uitzetten van de voorposten zouden deze in onze
verhoudingen op een afstand van 5 km te veel troepen vragen en geenszins
een goede beveiliging waarborgen. Bovendien is 5 km een afstand, welke de
hoofdmacht niet veilig stelt tegen het vuur van moderne artillerie. Wij
zijn tevreden als de hoofdmacht buiten mitrailleur- en mortiervuur ligt.
De taak van de voorposten is o.m. 133(2) b de hoofdmacht te bescher
men tegen vuurovervallen (van mitrn. en mrtn.).
232
Dit punt deelt ons mede, dat de cavalerie of wielrijders, die overdag het
betrekken van de voorposten hebben beschermd, gewoonlijk bij het invallen
van de duisternis achter de voorposten teruggaan. Dus bij de hoofdmacht,
of tusschen de voorpostenreserve en de hoofdmacht.
268 vangt aan met„Wordt de cavalerie bij het invallen van de duis
ternis achter de infanterie van de voorposten teruggenomen". Waarom
infanterie Dit woord lijkt mij overbodig.
233
Thans de indeeling van de verschillende wapens bij de voorpostende
tachementen. Zware mitrailleurs voor bestrijding van pantserauto's en
vechtwagens. Volgens bijlage IX gebeurlijk beschikbaar stellen van een
vuurmond of een zwaren mitrailleur voor dit doel.
De meervoudsvorm „mitrailleurs" heeft betrekking op de bestrijding van
luchtdoelen. Alsdan is optreden van minstens een sectie gewenscht 144.
Mitrailleurs en mortieren, weldra organiek behoorende tot het bataljon,
behoeven thans om deze reden in 233 niet meer extra te worden vermeld.
237(3)
Hier wordt medegedeeld, dat de voorpostencommandant zijn verblijf bij
de voorpostenreserve kiest. Indien geen voorpostenreserve is aangewezen
228(2)zal zulks wel bij een der voorpostendetachementen zijn.
239(2)
Gesproken wordt hier van de opstelling van de voorpostendetache
menten.
Vergelijk 236 c en 242 punten,
236 c terreindeelen,
237(1)b plaats
239(2) opstelling,
243(2) terreinvoorwerp (-deel),
248(1) terreingedeelte,
Bijlage IX opstellingsplaats.
244(2)
Thans iets over de „voeling". Zie voor de omschrijving noot 1 bij 115(2)
A.T.V. I. Wat is een nauwe voeling
Dit zou o.i. analoog met de omschrijving in de noot kunnen zijn
den vijand zeer goed kunnen waarnemen en hem zeer goed onder vuur
kunnen nemen. Doch in het geval bedoeld in 244(2) waar het gaat om
sterke patrouilles tijdens een aanval bij volle duisternis, lijkt ons zulks
niet eenvoudig.
245(b)
Achter veiligheid ware toe te voegen „overdag" en achter staande
patrouilles „en uitkijkposten", zoodat we krijgenhierbij zal in het oog
zijn te houden, dat de veiligheid in het algemeen overdag beter wordt
gewaarborgd door onafgebroken waarneming van bepaalde terreindeelen
door staande patrouilles en uitkijkposten 239(2), dan door onafgebroken
patrouillegang.