436 (Bij nacht, in zeer bedekt terrein, zoomede bij slecht zicht is beter resultaat van den patrouillegang te verwachten). 248(2)b Niet alleen moet de commandant van het voorpostendetachement de plaats maar ook de sterkte van de wachten aangeven 247en de dooi de wachten te bewaken terreingedeelten, 253(1). 248(4) We lezen hier, dat de commandant van het voorpostendetachement intusschen de plaats voor de rustopstelling en voor het piket vaststelt, alsmede de taak van de afdeeling, welke hij bij een vijandelijken aanval aanvankelijk als reserve in de hand zal houden. We zagen bij oefeningen hiervoor wel eens het piket aangewezen of een gedeelte daarvan. O.i. bestaan hiertegen geen bezwaren. Ir.dien de rustopstelling door het rustende gedeelte van het voorpostendetachement moet worden verlaten, teneinde bij een vijandelijken aanval of een bedreiging daarmede de gevechtsop stellingen in te nemen is het piket voor rechtstreeksche beveiliging van de rustopstelling niet meer noodig wel ontdoet het rustende gedeelte zich van wapening en uitrusting, doch deze blijft binnen het onmiddellijk bereik van den man zoodat een snel en ordelijk gewapend aantreden gewaarborgd moet zijn. Voor de zorg van de bewapening en uitrusting behoeft dus het piket niet ter beveiliging achter ter blijven. De bestemming van het piket, nadat het rustend gedeelte de gevechtsopstelling heeft bezet, „als aanvankelijke reserve bij een vijandelijken aanval", komt o.i. niet in botsing met de nauwkeurige aanwijzingen over de te volgen gedragslijn van het piket bij een verrassenden aanval op het voorpostendetachement (249) 248(6) In dit punt komt o.m. voor: „en meldt den voorpostencommandant (c.q. vakcommandant) bij voorkeur door middel van een schets de opstelling van het voorpostendetachement". In het Voorschrift Velddienst (Nederland) Deel II komt een overeenkomstige alinea voor n.l. „en bericht aan den voorpostencommandant in voorkomend geval aan zijn vakcommandant liefst door middel van een eenvoudige schets (met vuurplande op stelling van het voorpostendetachement". Deze toevoeging „met vuurplan" zou ook ons voorschrift ten goede komen. 254(b) Dit punt kan instede van taak en nummer van de wacht en van de nevenwachten beter luidenTaak, sterkte, plaats en nummer van de wacht en van de nevenwachten. 254(c) Niet alleen het tijdstip van uitzending van patrouilles doch ook het uur van terugkomst, 266(1), moet den wachtcommandant worden medegedeeld. 254(d) Herkenningsteeken en woord. [Dit laatste alleen bij duisternis 263(2) 254 Ten slotte dient den wachtcommandant het uur van aflossen te worden bekendgesteld. 260(2) Deserteurs worden ontwapend en naar het voorpcstendetachement geleid. En verder Zie 13. 263(4) T.a.v. ruiters, wielrijders en bestuurders van motorvoertuigen is in dit puntbepaald, dat hun de noodige tijd tot halt houden moet worden gelaten waartoe overdag tijdig het teeken halt wordt toegeroepen. En bij nacht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 48