449
mogelijk, dat hiermede het regiment is bedoeld, daar de leiding van de
in het reg.vak geplaatste gev.v.pn. gezien de frontbreedte van 3000 m
-onmogelijk wordt geacht. Hetzelfde geldt voor een frontbreedte van
1500 m, zoodat S. aanneemt, dat het bat. evenmin is bedoeld. Derhalve worden
de gev.v.pn. geleverd door en staan zij onder de bevelen van de cdtn. der
cien. in voorste lijn. Stelt men de frontbreedte van een cie. in de verdediging
op 750 m, dan worden ook nu nog bijzondere eischen aan de aanvoering
van de gev.v.pn. gesteld. Hoewel dit een reden zou zijn nogmaals de vak
breedte te beperken, acht S. uit andere overwegingen zulks ongewenscht,
hetgeen evenwel niet uitsluit, in een cie.vak deelen van de sien. in voorste
lijn onder eenhoofdig bevel als gev.v.pn. te doen optreden.
Het vraagstuk wordt ingewikkelder, als bij de gev.v.pn. zware inf.wapenen
(mitm., mrtn. a.a.) worden ingedeeld. In dit geval is het volgens S. noodig,
de gev.v.pn., welke in een bat.vak optreden onder één cdt. te stellen m.h.o.
op den inzet van deze wapenen (wederzijdsche vuursteun a.a.). S. komt
derhalve tot de conclusie, wanneer slechts deelen van de fus.cien. als
gev.v.pn. optreden, deze te doen uitschuiven door de cien. in voorste lijn
en onder de bevelen te laten van de betrokken cie.cdtn. wordt evenwel
de inzet van zw. inf.wapenen noodzakelijk geacht, dan worden per bat.vak
de gev.v.pn. onder één cdt. geplaatst. Zulks kan evenwel slechts gelden
zoolang de gev.v.pn. standhouden. Bij terugtrekken gaan de ingedeelde
wapenen terug achter de voorste lijn, terwijl de deelen van de fus.cien.
onder de bevelen treden van hun cie.cdtn., welke het gevecht uit de diepte
leiden.
Een volgend punt, waaromtrent geen overeenstemming bestaat, is de
vraag wie het bevel tot het teruggaan van de gev.v.pn. geeft. Volgens het
voorschrift bepaalt de troepencdt. hoe lang de gv.v.pn. moeten standhouden.
In het kader van een versterkt inf.reg. bepaalt derhalve de reg.cdt. het
tijdstip van teruggaan. S. acht dit slechts in uitzonderingsgevallen mogelijk.
Volgens zijn oordeel kan de reg.cdt. slechts in het algemeen vaststellen hoe
lang de gev.v.pn. moeten standhouden, terwijl het directe bevel voor het
teruggaan aan de bat.cdtn. moet worden overgelaten. Op deze wijze wordt
bereikt, dat dit bevel de gev.v.pn. tijdig bereikt.
S. behandelt verder de terugtochtswegen van de gv.v.pn., welke meermalen
door den reg.cdt. worden vastgesteld, bijv. om den vleugel. S. acht zulks
bij de groote frontbreedte onmogelijk. Het komt hem beter voor, de bat.cdtn.
vrij te laten in het bepalen van de wijze van teruggaan, waarvan de details
in den regel door de cie.cdtn. zullen moeten worden geregeld.
Bewapening.
In W.T.M. van Febr. '39 troffen wij eenige korte aanteekeningen aan over
de lessen van den Sp. burgeroorlog, welke waard zijn te worden gememo
reerd, mede i.vm. het artikel „les enseignements dans la guerre d'Espagne"
(R. d'Inf. Nov. '38), welk art. in het vorige I.M.T. werd besproken.
S. stelt vast, dat aanvallen zonder steun van vewn. zelden voorkwamen,
waardoor de betèekenis van de pantserafweerwapenen is toegenomen. De
ervaring leert, dat modern uitgeruste inf. in staat is met eigen middelen vij.
vew.aanvallen te weerstaan. Hierbij moet zij er in de eerste plaats op bedacht
zijn, de aanvallende inf. van de haar begeleidende vewn. te scheiden, aange
zien vewn. alleen niet in staat zijn een beslissing te bevechten. I.v.h. con
stateert S., dat het 20 en 37 mm geschut van Duitschen oorsprong goed
heeft voldaan minder goed het kaliber van 65 mm.
T.a.v. de bewapening van de inf. komt S. voorts tot de conclusie, dat het
gw. wordt verdrongen door het aut.pistcol, terwijl tenslotte wordt vastge
steld, dat een ruime voorziening van handgranaten voor de inf. een onont
beerlijke eisch is- geworden.
Tot deze laatste gevolgtrekking komt eveneens een Russische S., van
wiens artikel de R. Mil. Suisse van Febr. '39 een vertaling geeft. Hoewel
In den regel t.a.v. de strekking van Russische geschriften aangaande den