452 en beschikking over lu.wg. - De 2de en 3de voorwaarde zuUen weinig bestriiders vinden; bezien in het licht van de hiervoor weergegeven It. inzichten schijnt de eerste daarentegen merkwaardig. Men vergete echter niet, dat deze inzichten betrekking hebben op een emdphase, den voor bereiden aanval, en men zoowel in It. als in D. juist in het aanvanke j belasten van dé (versterkte) div.art. met de art bestrijding een van de middelen ziet voor het snel bevechten van z.m. beslissende successen m het ontmcetingsgv. Bovendien is het begrip decentralisatie betrekkelijk, hetgeen blijkt uit S.'s opmerkingen, dat elke reg.- en afd.st. (de brig, is m Am. de hoogste art.eenheid in de div.) met de uitvoering van art.bestrijding ver trouwd moet zijn. T.a.v. de luwg. is ook hij van meemng, dat men nie veel kan verwachten van offn. van een „Air Force per y jiet men z.i. te beschikken over tot waarnemer opgeleide artilleristen (Verg; het hierna behandelde artikel over dit onderwerp)Ten slotte acht S. ^S13®11® consequentie van het opdragen van art.bestrijding aan de div.art. mdeeling bij haar van een wg.afd. (geluid- en lichtwg.) noodzakelijk. In AR. 2 zet m). Gade zijn artikel over Die Feuerwalze voort. S. behandelt eerst de inleidende beschieting van 's vijands infanterie. Ter misleiding nemen daaraan cok de neveneenheden van de aanvalsdivn. deel. Zij duurt ongeveer 2 uur en wordt uitgevoerd door alle (nog) niet voor art.bestrijding benoo- digde bijn. benevens de zw. inf.wapenen. Van de twee oplossingen, de geheele in° aanmerking komende strook doorloopend met eenzelfde kracht onder vuur te houden dan wel verschillende deelen zoowel naar ligging, afmeting, tijd en vuurkracht onregelmatig te beschieten, geeft S. aan laatstgenoemde de voorkeur uit hoofde van de grootere moreele werking. Bij het afgeven van de vuurwals moet met een zestal factoren, rekening worden gehouden. 1. Breedte. Eenvoudigheidshalve kan voor elke geschutsoort 100 m per bij. worden aangenomen de zw. bijn. niet afd.gewijs in te zetten doch laten vuren tusschen de lt. 2. Diepte. Het aanvalsdoel moet gelegen zijn binnen het vuurbereik van het gros der bijn.; wat betreft terremvorm zoodanig, dat inf., waarop de vij. onverhoopt een tegenaanval doet, met steun van reeds snel naar voren verplaatste bijn. stand kan houden tot ook het gros van de art. van stl. is verwisseld. Hieruit volgt, dat het aanvalsdoel moet worden bepaald aan de hand van de door de art. geboden mogelijkheden. 3. Lijnen waarop het vuur wordt afgegeven. De inf.^ zal met een snelheid van 1000 m per half uur (men lette op de omschrijving) kunnen oprukken, di in doorsnede 200 m per 6'. De bijn. moeten deze „vuursprongen" echter niet schematisch afgevenmen dient rekening te houden met den terrem vorm nu eens moet het vuur 8—10' blijven liggen, dan weer kan het eerder worden verlegd, soms zijn sprongen van 100 of 50 m geboden (kenmerkend verschil met de vuurwals uit den wereldoorlog, die onverbiddelijk per tijdseenheid met gelijke afstandsprongen voortging en veelal geen rekening hield met op- of afloopend terrein enz.)Ook moeten de hjnen rekening houden met het beloop van de vij. stelling. Het doen stilleggen of terughalen van de vuurwals is door gebruik van radio thans zeer goed uitvoerbaar. 4 Munitieaanvulling. Noodig zijn per sprong per bij. 10.5 hw. en 10.5 i. 40 schn., zw. hw. 25 schn. Dit lijkt op het eerste gezicht weinig doch wordt bij een aanval over toch normale diepte van 5 km resp. 1000 en 625 schn. Daarbij komen nog de mu. voor de inleidende beschieting en - 50 res. mho. het stilleggen of terughalen van de vuurwals. Voorts dienen voertuigen gevuld te blijven om met volledige uitrusting van stl te kunnen veranderen. Met den opvoer van de in totaal benoodigde hoeveelheid zullen 3 a 4 nachten zijn gemoeid. 5. Vuurleiding en vbn. De divn. zijn bij de vuurleiding uitgeschakeldzij geschiedt door de instantie die verantwoor delijk is voor den av. van het geheel. Van het werken der vbn. hangt he slagen van den av. af verdubbeling, beter nog verdrievoudiging, is nood zakelijk. Radio brengt slechts de oplossing wanneer een strenge radiodisciphne stipt in acht wordt genomen (o.m. zwijgen tot het tijdstip waarop de aanval wordt ingezet). 6. Waarneming. Waarneming ter verbetering van de ligging

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 64