459 doch handige vraag de critiek bleef aan eigen zijde voorbehouden. Rome deed bijna al te duidelijk uitkomen, hoezeer het prijs stelde op het voort bestaan van die overeenkomst. Het heeft echter een troef m handen: nog steeds hebben de Italiaansche en Duitsche troepen en specialisten bpanje niet verlaten. Hoewel Franco, die op den dag van den inval m Albanië voor een tweede verrassing zorgde door zijn aansluiting bij het Anti-Kommtern Pact, zijn Moorsche troepen naar Spaansch Marokko terugzond, waarzij zoowel tegen het geinter nationaliseer de Tanger als tegen Fransen gebied zouden kunnen optreden, dat dan van twee zijden zou worden bedreigd, haast hij zich niet met het houden van zijn triomphalen mtocht m Madrid waarna Italianen en Duitschers Spanje pas zullen verlaten. Ook de Duitsche vlootmanoeuvres voor de Spaansche kust mag men met over het hootd zien. Een andere reactie was het versnellen van de pogingen tot vorming van het anti-agressie-front. In de eerste plaats werden Griekenland en Roe menië daarin betrokken wat dit laatste land betreft kwam dat voor de as zeker als een verrassing, getuige haar ontstemming. T.a.v. Griekenland reageerde Rome met eenzelfde garantieaanbod mits dat rijk niet zou deel- nemen aan de omsingelingspolitiek. Ook hier weder een begrip dat voor 1914 opgeld deed; de Einkreisung van Duitschland is overbekend. En daar mede ving een van de wedloopen aan, die op diplomatiek gebied, welke op de inlijving van Albanië volgden. Vele staatslieden begaven zich met spoed op wegde Roemeensche minister Cafencu reisde over Krakau, Berlijn, Londen en Parijs naar Rome zijn Joegoslavische collega via Vene tië en Rome naar Londen en Parijs de Hongaren Teleki en Czaky be zochten Rome en Berlijn terwijl de Russische onder-volkscommississans van buitenlandsche zaken Potemkin van zijn chef Litwmof hoort men den laatsten tijd weinig over Sofia zoo snel mogelijk naar Ankara reisde om daar eerder aan te komen dan de nieuwe Duitsche ambassadeur von Papen De „particuliere belangen" van de Engelsche en Fransche gezanten te Berlijn en van den Duitschen te Londen waren plotseling voldoende behartigd om een snellen terugkeer naar hun posten mogelijk te maken. Turkije nam voorloopig een afwachtende houding aanhoe die uitein delijk zal zijn is voor den anti-agressiebond van het hoogste belang wegens de doorvaart door de Dardanellen. Verklaarde het aanvankelijk, zich sterk genoeg te voelen en zich aan de gesloten verdragen te zullen houden hetgeen een ieder naar believen kon uitleggen de verbetering van de houding tegenover Frankrijk inzake Alexandrette en de onderhandelingen over een Zwarte Zee-pact tconen, dat de wind naar den democratischen hoek draait. In dat pact zou ook Bulgarije worden opgenomen men wüde dat dit samengaan met Rusland en Roemenië tevens een toetreding tot den Balkanbond met zich zou brengen. Een ketting is echter niet sterker dan haai- zwakste schakel en dat zal Bulgarije zeker blijven zoolang niet aan zijn wenschen is voldaan. Het zal niet eenvoudig zijn, daaraan tegemoet te komenvelen zullen daarbij een veer moeten latenRoemenie, dat na den Tweeden Balkanoorlog en na den wereldoorlog deelen van de Do- broedsja kreeg, Griekenland en Joegoslavië, die in die oorlogen deelen van Thracië en Macedonië vermeesterden. Voorts valt te betwijfelen, ot Joe goslavië wel een krachtig werkend lid van den anti-agressiebond zal zijn ook dit land mag spreken van omsingeling. In het W. ligt Italië dat de rijke Dalmatische kunst begeert en zijn greep heeft versterkt door de inlij ving van Albanië in het N. Duitschland, dat nog niet vergeten kan zijn, dat Joegoslavië met Italië eens een Anschlusspoging verhinderde, en Hon garije, waarvan het in 1919 groote zuiver Hongaarsche gebieden verkreeg; in het O. Bulgarije waarnaar de as al langen tijd vriendelijk lonkt en dat gaarne een deel van Macedonië binnen zijn grenzen zag terugkeeren. Ook heeft Joegoslavië met inwendige moeilijkheden te kampen; in het W. roepen Albaneezen, in het N. Kroaten en Slowenen om autonomie. Onderhande lingen zijn gaande doch omtrent den uitslag oordeelt men verschillend

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 71