557
-kruisers tot een gevechtswaardig geheel te maken, welk een belang
rijke uitbreiding van personeel, meer dan een verdubbeling, daar
voor vereisclit zou worden en tot welke enorme kosten dit zou leiden.
Voorts werd nagegaan, hoe die kosten over de Rijks- en Indische
begrooting verdeeld zouden kunnen worden, met als waarschijnlijk
resultaat, dat het leeuwenaandeel op rekening van den Nederlandschen
belastingbetaler zou moeten komen.
Het is goed, dat het Nederlandsche volk dit ook eens te hooren
krijgt, nu de slagschip-propaganda het vraagstuk louter van den
majeurkant belicht. Het argument, dat vrijwel alle belangrijke vlag
en hoofdofficieren voor slagschepen geporteerd zijn, zooals men on
langs in het Vaderland kon lezen, wordt dan ook gebezigd. Alsof
dat ooit iets zou bewijzen voor de finaneieele mogelijkheid Want
hoe weinigen zijn er onder die slagschip-propagandisten, die een
behoorlijk inzicht hebben in de kosten van een Staatshuishouding
en de vele verbeteringen, die onvervuld moeten blijven, omdat het
geld ervoor ontbreekt. Men denke slechts aan het werkloosheids
vraagstuk, dat nog steeds op oplossing wacht
Als het defensiemaatregelen vaii zeer ingrijpenden aard betreft,
maken de propagandisten daarvoor zich over de finaneieele zijde daar
van gewoonlijk minder warm. Het liefst zouden zij het „Geld spieit
bei uns keine Rolle" zien toegepast en overigens laat men het graag
aan anderen over de honderden millioenen daarvoor te vinden. Geluk
kig zijn er ook nog zeer vooraanstaande, actief dienende officieren,
die een juister inzicht koesteren, dank zij het feit, dat zij door den aard
van hun werkkring geroepen zijn met de finaneieele omstandigheden
des Kijks terdege rekening te houden, waardoor hun oordeel nog meei
aan beteekenis moet winnen. Ik acht het gewenscht die meeningen weei
te geven, omdat daaruit zal blijken, dat ik in mijn oordeel, in de
vorige artikelen uiteengezet, allerminst alleen sta.
In de Terugblik over 1938, de nieuwjaarsuitgave van het
Soerabaiaasch Handelsblad, heeft de vice-admiraal Ferwerda,
commandant van de zeemacht in Nederlandsch-Indië, een uitvoerig
artikel over de Koninklijke Marine geschreven, waarin ook het vol
gende voorkomt
..De ontwikkeling van de internationale verhoudingen, welke voor
de Regeering aanleiding waren met de bespoediging van den kruiser-
bouw voor het voetlicht te treden, gaf ook in enkele kringen van
de samenleving hier en in het moederland aanleiding tot een, in de
pers tot uiting komend, streven naar verderen uitbouw der Zeemacht
tot ver over de door het Opperbestuur aangegeven grenzen. Het
kan niet anders of het enthusiasme, waarmede deze actie gevoerd
werd en wordt, doet het marinehart goed, waarmede nog niet
gezegd is, dat de Marine het geheel en al eens
is met de naar voren gebrachte ideeën en vloot-
plannen"
„Zoo is door de voorstanders van slagschepen voor de Nederlandsche
Marine al te veel over het hoofd gezien, dat aanschaffing van dit
soort schepen op zich zelf wellicht financieel niet ondragelijk zou
zijn, doch dat slagschepen slechts nut zullen afwerpen in een harmo
nisch samengestelde vloot. Het aanbouwplan zou derhalve, behalve
voor wat betreft deze „capital ships", ook nog belangrijk uitgebreid
moeten worden in haar andere onderdeelen".
„Voorts zouden aan zulk een uitbouw van de Zeemacht onvermijde
lijk zeer belangrijke wijzigingen in vaarwaters, dokken en werfaccom-
modatie zijn verbonden.