587 loos gesteld met een erkenning van de vermeestering van Bessarabië. Het doet eenigszins grappig aan, dat onder bedreiging van de „as" van ver schillende landen de wenschen worden ingewilligd die voortsproten uit de „onrechtvaardigheid der vredesverdragen", terwijl de aaneensluiting in hoofdzaak is gericht tegen een bevrediging van gelijksoortige verlangens van die as. Het is dan ook geen wonder, dat zelfs in Engeland velen zich afvragen, of het niet beter ware, maar dadelijk aan die verlangens te voldoen. Lloyd George uitte zich al zeer sterk door op te merken, dat de Engelsche diplomatie zich doorloopend voor den gek laat houden. Hier tegenover valt aan te voeren, dat de Engelschen altijd „bad starters" zijn geweestin menigen oorlog verloren zij den eersten slag doch steeds was de overwinning aan hen. Op diplomatiek gebied was het vaak niet anders uiteindelijk had de Engelsche diplomatie het Steeds bij het, van haar stand punt bezien, rechte eind. Daarom is de vraag gerechtigd, of de vele hinder nissen die de totstandkoming van de Engelsch-Russische overeenkomst ontmoet, wel geheel moeten worden toegeschreven aan het uitbuiten van de politieke situatie door Moskou. Er bestaat toch alle aanleiding, te doen uitkomen, dat Londen zich wel met Beelzebub moét verbinden ter uit drijving van den duivelAnderzijds is het niet meer dan natuurlijk, dat Moskou tracht den toestand uit te buiten het zou Litwinof het politieke leven hebben gekost, in dit opzicht niet ver genoeg te zijn gegaan. Blijk baar wil Rusland, nu Engeland en Frankrijk het Verre Oosten niet in het verdrag willen betrekken men denke aan het gemelde overleg met den Japanschen ambassadeur te Londen de randstaten zien gegarandeerd een gewaarborgde W. grens maakt handen vrij voor het O. Wat Moskou daar op het oogenblik voornemens is, is nog niet recht duidellijk de toe name der incidenten aan de Mansjoekwosche grens, thans zoowel te water en in de lucht als te land, volgde vrij kort op een merkwaardige Japansche uitlating, dat de Russische ideologie Tokyo onverschillig kan laten zoolang Moskou den vrede wil. Was het deze uitlating, welke het gerucht deed ontstaan over Russisch-Japansche toenadering, ja zelfs overeenkomst Dit gerucht moge dwaas schijnen, het is minder vreemd dan men denkt. Reeds kort nadat de Geallieerde strijdkrachten door de Sovjets uit O. Siberië en de Maritieme Provincië waren verdreven was er sprake van een samengaan van Rusland en Japan. Laatstgenoemd rijk voelde de ver leende hulp van zijn bondgenooten niet geheel ten onrechte aan als een dwarsboomen van zijn strevenhoewel het Enigelsch-Japansche verdrag nog van kracht was, dat zijn belangen in Oost Azië en de Engelsche belangen in W. Azië diende, vatte de gedachte post, dat men de rollen wei- eens kon omdraaien. Een samengaan van Tokyo en Moskou zou Engeland in China en Brdtsch-Indië voor moeilijkheden stellen. Destijds is van een zoodanige verbintenis, eveneens een monsterverbond, niets gekomenof zulks nu het geval zou kunnen zijn blijft een open vraag, gezien de belangenstrijd in Chineesch Turkestan, Tibet en Buiten Mongolië. Zeker is echter wel, dat Rusland op de wip zitterwijl de betrekkingen met Polen, Roemenië en de randstaten worden verbeterd, worden ook met Duitschland over en weer vriendelijkheden gewisseld. En dat terwijl Italië nog steeds goede handelsbetrekkingen met de Sovjets onderhoudt. Vreemd acht de „as" zulks niet het anti-Kominternverdrag heet nu slechts gericht te zijn tegen het bolsjevisme buiten de Russische grenzen. Welk een para depaardje is het danKunnen Duitschland en Japan wachten met de ver wezenlijking van hun uiteraard ontkende plannen tegen Ruisl&nd, ook Moskou heeft den tijd men moge over den Sovjetstaat denken zoo men wil, ontkend kan niet worden dat de ontwikkeling van het rijk in Azië krachtig is ter hand genomen en, wat meer zegt, dagelijks vorderingen maaktde tijd is zijn bondgenoot. Ook zou het fout zijn, de Sovjet diplo maten te onderschattenzij doen niet onder voor die van het keizerrijk, van wie zij zelfs het imperialisme hebben afgekeken. Men denke hierbij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 137