588 aan de plannen tot sluiting van een Zwarte Zee pact, waarbij Moskou uit eraard de eerste viool zou spelen. Duitschland bood, zooals Roosevelt had voorgesteld, verschillenden na- buren non-agressie verdragen aan niettegenstaande Hitler in zijn rede van 28 April had verklaard, dat het initiatief daartoe van de belanghebbenden moest uitgaan. Noorwegen, Zweden en Finland wezen het aanbod hoffelijk af Denemarken aanvaardde het, terwijl ook Estland en Letland dit schijnen te 'zullen doen. Is Lithauen niets aangeboden Zou er dan altijd nog sprake zijn van een afstand van den corridor tegen schadeloosstelling van Polen met een aan de Oostzee grenzend deel van Lithauen en inlijving van het resteerende bij Letland, een van de vele booze plannen waarvan Berlijn wordt beticht? Telegrammen meldden, dat het aan Lithauen den eisch had gesteld allen in- en uitvoer over Memel te laten loopen een later bericht wilde, 'dat Duitschland Z. van Memel een vrijhaven aanbood. Een ander voorbeeld van tegenstrijdige berichtgeving. De verhouding tot Polen dreigde door een incident, waarbij aan Duitsche zijde een doode viel, zeer te verslechteren; men trok reeds parallellen met de incidenten, welke 'aan de verdwijning van Tsjecho-Slowakije vooraf pingen. Het bleef echter, evenals tusschen Polen en Danzig, bij scherpe protesten, welke aan weerszijden ter zijde werden gelegd en slechts aanleiding gaven tot steeds hooger opgevoerde eischen. Zoo verlangde Warschau gehee Silezië doch wie op de hoogte is van hetgeen zich over die provmcie m l?ls— 1920 afspeelde, waarbij de zoo juist in Polen teruggekeerde agitator Kortanty een belangrijke rol speelde en waarna tenslotte een deel van het industrie gebied aan Polen werd afgestaan, zal tevens weten dat die eisch nooit ernstig kan zijn gemeend. Warschau zette daarna op aandrang van Londen de deur open voor een vreedzame beslechting van de geschillen. Berlijn reageerde niet, evenmin op de rede in het Engelsche parlement waarin de minister zeide bereid te zijn tot bespreking van de hangende vraagstukken, waaronder dat inzake de koloniën. T~n einde zelf gespaard te worden spaart Joegoslavië kool en geitna zijnbezoek aan Rome zal de prins-regent Paul zich naar Berlijn en Londen begeven, waarna Parijs ook nog wel op het programma zal verschijnen. De gezant aldaar vroeg naar den bekenden weg door er zijn verwondering over te uiten dat Engeland en Frankrijk zich wel garant verklaarden voor Grie kenland' Roemenië en Turkije doch niet voor Joegoslavië. Doch ook deze oogenschij nlij k dwaze vraag kan in het diplomatieke spel passen. Niet minder naiëf klonk het bericht dat de Romeensche munster Gafencu zijn Bulgaarschen collega op de Donau ging inlichten omtrent de reden van het Turksche, Roemeensche en a.s. Russische samengaan met Engeland en Frankrijk ten teinde de Bulgaarsche bezwaren tegen toetreding tot den Balkanbond weg te nemen; in klare taal zal het er wel op neer zijn gekomen. wat die toetreding moet kosten. Turkije kreeg, zooals vermeld, zijn zin inzake Hatray het is nu plotseling ontwaakt". De Syriërs gaven hun mandataris te kennen, dat hun geduld zoo zoetjes aan uitgeput raaktuit Parijs werd gemeld, dat men nu heele- maal niet meer van plan is de overeenkomst in werking te stellen waarbij een zekere mate van onafhankelijkheid zou worden gegeven. Engeland daarentegen schijnt Transjordanië eenige concessies te zullen doen op het gebied van zelfstandigheid. Inzake Palestina besloot het de Balfour-ver- klaring welke dit gebied tot Jewish home bestemde, m te trekken. De Palestina-politiek, welke in het parlement slechts door een kleine meerder heid werd goedgekeurd en uiteengevet is in een Witboek, vond m het alge meen geen gunstig onthaalJoden en Arabieren noemden het een Zwart- b°Egypte kreeg uit Libye maarschalk Balbo op bezoek die van de ^gelegen heid gebruik maakte voor het uitspreken van een „waarschuwing wordt het zoo langzamerhand niet tijd, wat minder belangstellmg te betoonen voor uitlatingen van alle wiUekeurige hooge en minder hooge functionarissen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 138