Immers bij elke strategische en tactische analyse komt steeds klemmend de groote X in het geding wat zal de vijand doen welke zijn zijn mogelijke bedoelingen Bijna altijd berust de grondslag, waarop gehandeld moet worden, op vermoeden en rondtasten; steeds dreigt de onzekerheid zich remmend tegenover de besluitvaardigheid te stellen. Gevechtshandleidingen en voor schriften deden een waarschuwing hooren de aanvoerder heeft zich vertrouwd te maken met de gedachte, dat hij als regel zijn besluit moet nemen op onvaste basis. Beluisteren we even von Clausewitz hierover„Een groot „gedeelte der berigten die men in den oorlog bekomt, weerspre uken elkander, een nog grooter gedeelte is valsch, en verreweg het „grootste gaat aan tamelijke onzekerheid mankIn 't kort, „de meeste berigten zijn valsch, en de vreesachtigheid der men- „schen wordt een nieuwe kracht voor leugen en onwaarheid. „Doorgaans is ieder geneigd om het kwade gereeder te gelooven „dan het goede ieder is geneigd het kwade wat te vergrooten, en „de gevaren die op deze wijze berigt worden, alhoewel zij, even „als de baren der zee, in zichzelven neerzinken, keeren zij toch, „even als die, zonder zichtbare aanleiding, steeds opnieuw terug. „In 't vertrouwen op zijn betere innerlijke kennis, moet de aan voerder vaststaan, als de rots waartegen de baar verbrijzelt. De „taak is niet gemakkelijk hij die van nature zwaartillend, of door „geen krijgsondervinding geoefend en in zijn oordeel gesterkt is, „mag het zich ten regel stellen, dat hij zich met geweld dat wil „zeggen, naar den innerlijken waterspiegel zijner eigene over tuiging, van de vrees aan de hoop overgeeftslechts daardoor „zal hij het ware evenwicht behouden. Het juist en nauwkeurig „zien dezer moeijelijkheid, welke een der grootste bezwaren in den „oorlog uitmaakt, geven de zaken een geheel ander voorkomen „dan men ze gedacht had. De zinnelijke indruk is sterker dan de „voorstellingen der wikkende berekening, en dit gaat zoover, dat „er wel nooit eene eenigszins gewichtige onderneming uitgevoerd „geworden is, waar de bevelhebber in de eerste oogenblikken van „de uitvoering, geen nieuwen twijfel bij zichzelven had te over winnen. Gewone menschen, die vreemde ingevingen volgen, „worden daarom, op de plaats gekomen zijnde, meestal besluite loos zij meenen de omstandigheden anders gevonden te hebben „dan zij verondersteld hadden, en wel te meer daar zij ook „hier weder aan vreemde inblazingen gehoor geven. Maar ook „hij die zelf ontwierp en thans met eigen oogen ziet, geeft al ligt „zijne vorige meening op. Vast vertrouwen op zichzelven moet „hem tegen den schijnbaren drang van het oogenblik wapenen „zijne vroegere overtuiging zal bij de ontwikkeling der zaken „bevestigd worden, wanneer de voorste schermen, welke het lot „tusschen de krijgstooneelen inschuift, met hunne sterkgekleurde 471

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 13