und Wehr wissenschaften (1939). We lezen daar o.m.„Was den
Unternehmungen der Luftwaffe an Dauerwirkung fehlt, zumal
sie in viel gröszeren Miasze als das Landheer, aber auch die Marine
in ihren Operationen vom Wetter abhangt, ersetzt sie jedoch
durch die Möglichkeit einer von keiner anderen Waffe erreich-
baren schnellen, gewaltigen und überraschenden Kraftskonzen-
tration an beliebiger Stelle des Kriegsschauplatzes, für die Fes-
tungen, Landfronten, Seestreitkrafte, Gebirge und Meere kaum
Hindernisse bildenAuf diese Weise wird gerade die
Luftwaffe in maneher Hinsioht zur wirksamsten Waffe des Wehr-
machtchefs, denn sie ermöglicht ihm, in kürzester Zeit Schwer-
punktverlegungen und Kraftezusammenballungen über weite
Raume hin vorzunehmen, durch die er den Kampf des Heeres
und der Marine je nach der Lage in entscheidender Weise zu
beeinflussen vermag."'
Dat naar het oordeel van dezen zeer bevoegden schrijver groote
preventieve werking uitgaat van een verdedigende operatieve
luchtmacht, blijkt uit zijn woorden „Vor allem wird die Mitwir-
kung der „operativen" Luftwaffe beim Kampf auf hoher See die
Ausnahme sein, denn jede Flotte wird vermeiden, gröszere See-
gefechte oder die entscheidende Schlacht in Reichweite der
Flugzeuge der ersteren anzunehmen. 2) Auf hoher See wird die
Flotte im allgemeinen auf die Unterstützung durch den Teil der
Marmeluftstreitkrafte angewiesen sein, der auf den Schiffen
mitgeführt wird, was bei der Bemessung der Starke derselben
von vorneherein berücksichtigt werden musz. Dagegen kann die
Operative Luftwaffe die Seestreitkrafte im Schutz der Kuste und
des Küstenvorfeldes sowie in begrenzten Rand- und Binnen-
meeren 2) zeitweise so stark entlasten, dasz diese sich ganz oder
teilweise offensiven Operationen auszerhalb dieser Meere zuwen-
den können."
Bovenstaande uitspraken geven wel blijk van groot vertrouwen
in de waarde van het luchtwapen voor de kustverdediging.
Niet een ieder is overtuigd van de bijzondere beteekenis van
snelle landbommenwerpers voor de verdediging van het grond
gebied van Nederlandsch-Indië.
fn het Marinebkd van December 1938 leverde de Luitenant
ter Zee der 1ste klasse A. J. Bussemaker een beschouwing ter
zake voor wat betreft de verdediging der Buitengewesten. In het
tijdschriftenoverzicht van het Maart-nummer van het I.M.T. wees
v. G. reeds op enkele zwakke punten in het betoog van den Heer
Bussemaker.
In het Januari-nummer 1939 van het Marineblad komt de
Kapitein-Luitenant ter Zee C. H. Brouwer in een studie „De
Schr. denkt aan de, ongustiger, weersomstandigheden in Europa M
Cursiv. van ons. M.
477
