Als Schr. spreekt over 50 vliegvelden en hulp vlieg velden van Sabang tot Lombok, welke alle flinke velden moeten zijn met lange startbanen en wat daar nog verder op volgt, dan duidt dit op een ernstige misvatting betgeen Schr. hier zegt is bepaaldelijk onjuist. De bedoelde 50 velden dateeren voor het meerendeel uit den tijd, dat het vliegbereik nog gering was en de betrouwbaar heid der motoren te wenschen overliet (Een deel dezer velden werd kort na den wereldoorlog aangelegd op buitenlandsch ver zoek, met het oog op een Engeland-Australië-vlucht)Dat al deze velden lange startbanen, behoorlijke outillage, bedrijfsstoffen, bommenvoorraden zouden hebben of moeten hebben, is dus ver bezijden de werkelijkheid. Slechts een fractie van de door Schr. bedoelde 50 terreinen is of wordt militaire vliegbasis. (De lezer zal verstaan waarom die niet met name kunnen worden ge noemd) v vervo^ c'an met he uitspraak „Deze grondorganisatie bindt de slagluchtmacht aan een te stijf, om strategische redenen verwerpelijk systeem. Zij ontneemt dit wapen de noodige strate gische beweeglijkheid. De aanval verliest daardoor licht zijn ver rassend ^karakter en succes, en wordt een zeer riskante onder neming." In het slotgedeelte van zijn artikel betoont de Schr. zich een voorstander van een slagluchtmacht van zeevliegtuigen, omdat deze een grootere strategische mobiliteit hebben, niet ge bonden zijn aan een vliegveldennet, omdat hun grondorganisatie eenvoudiger is en zelf verplaatsbaar. Het tegendeel van Schr.'s meening is het geval. Bedacht dient, dat het hier gaat om een slagluchtmachtniet om verkennings vliegtuigen, welke sterk verspreid optredend zich geruimen tijd zullen kunnen handhaven op verspreid en geheim opgelegde bedrijfsstoffen (Moeilijkheden met herstelling en onderhoud zul len oveiigens ook hier niet kunnen uitblijven). Bij een slaglucht macht gaat het echter om concentratiedaar zullen steeds eenige tientallen vliegtuigen bij elkaar moeten optreden. Hier kan geen sprake zijn van verspreid en geheim opleggen van bomvoorraden (In een vlucht kunnen b.v. 27 vliegtuigen 30 ton bommen afwerpenterwijl voorts te denken valt aan de munitie voor de mitrailleurs, c.q. het lichte geschut, aan boord van de vliegtuigen). Vooi een slagorgaan van zeevliegtuigen zullen noodig zijn, even als Schr. noemt voor de landvliegtuigen behoorlijke outillage ruime voorraden eersterangs vliegtuigbedrijfsstoffen, bommen voorraden, laad- en herstelinrichtingen, voedsel en accommodatie, enz., enz. Dit alles zal op schepen moeten worden medegevoerd. Deze schepen zullen een aantal motorbooten aan boord moeten hebben voor het onderhouden van de verbinding tusschen het moederschip en de verspreid (veiligheid!) liggende zeevliegtuigen. Wordt niet over sleephellingen beschikt voor het in redelijken tijd aanhechten van de bommen aan de vleugels van de vlieg- 480

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 28