en onbekend, kon deze fabriek voldoen aan de voor dien tijd
zware eischen, hetgeen mede bleek uit het feit, dat door Luit.
Ter Poorten met één dier machines, voorzien van een 6 cyl. Hall-
Scott motor van 125 pk., twee Amerikaansche records (voor
hoogte en langste overlandvlucht) werden verbeterd.
In October 1915 teruggekeerd werd onmiddellijk begonnen met
de inrichting van een vliegkamp te Tandjoeng-Priok op de plaats
van het tegenwoordige marine-vliegkamp en enkele weken later,
6 November 1915, werd door Luit. Ter Poorten met den uit
Amerika medegenomen monteur Stevens als passagier de eerste
militaire vlucht in Nederlandsch-Indië gemaakt. De Proefvlieg-
af deeling (P.V.A.), waarvan inmiddels met ingang van 20 October
1915 de kapitein van den Generalen Staf C. E. Visscher als
(eerste) commandant was opgetreden, was daadwerkelijk haar
taak in het luchtruim begonnen.
Na een aantal geslaagde vluchten, waarbij de reeds eerder
genoemde Kapitein Ockerse de gelederen met 100 kwam ver
sterken, werd besloten om tot het gebruik van het landvliegtuig
over te gaan, hetgeen betrekkelijk eenvoudig kon geschieden,
aangezien een los landingsgestel met wielen bij de vliegtuigen
was uitgezonden. Voor landingsterrein was de aandacht gevallen
op een daartoe gunstig geacht gedeelte van de Pamanoekan en
Tjiasemlanden. Enkele compagnieën infanterie kapten het schoon
en in Januari 1916 was het landingsterrein Kalidjati gereed en
werden de goed begonnen vluchten voortgezet. Intusschen waren
omstreeks de jaarwisseling drie leeilingen gearriveerd, n.l. de
Luitenants Van Wijk en Leendertz, die beiden in Europa al vlieg
lessen hadden gevolgd, en de Onderluitenant Mosselman.
Nu de eerste proeven goed geslaagd mochten heeten werd een
tweede commissie (Kapitein der Genie Vogelesang en Luit. Ter
Poorten, later aangevuld door den in Nederland opgeleiden vlieger,
kapitein Engelbert van Bevervoorde) aangewezen om in Amerika
verder materieel (12 Glenn Martin-vliegtuigen) aan te koopen.
Nog voor het vertrek vond echter te Kalidjati op 14 Februari 1916
een ernstig ongeluk plaats, waarbij de Commandant van het
Leger, Luitenant-Generaal Michielsen, die een bewijs van ver
trouwen in het nieuwe wapen wilde geven, gedood en Luitenant
Ter Poorten zwaar gewond werd. De oorzaak werd toegeschreven
aan de verminderde draagkracht van het vliegtuig tengevolge van
het langdurig blootgesteld zijn aan weer en wind (er waren te
Kalidjati nog geen loodsen). De hoogste militaire chef opende de
rij der gevallenen bij het Nederlandsch-Indische luchtwapen.
Terwijl vorengenoemde commissie in Amerika was, werd bij
de P.V.A. als instructeur aangenomen de Heer J. W. E. L. Hilgers,
die reeds op 29 Juli 1910 als eerste Nederlander een vlucht boven
Nederland had gemaakt en in 1911 reeds het internationale vlieg
brevet behaalde, later nog gevolgd door een Russisch brevet.
485